Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Couperen

betekenis & definitie

[Fr.] (coupeerde, heeft gecoupeerd),

1. (dierenhouderij) het inkorten van de staartwortel of oorschelpen (e);
2. verhinderen, voorkomen, een verkoudheid couperen;
3. gedeelten uit een toneelstuk of een film weglaten: in die film is flink gecoupeerd;
4. spelkaarten af nemen of introeven;
5. snijden in het verkeer, bij het inhalen rakelings voor een ander langs rijden.

Couperen wordt toegepast bij o.a. paarden, varkens, schapen en honden. Bij paarden en honden gebeurt het vooral uit een oogpunt van mode. Bij varkens wordt het gedaan om het staartbijten en de nadelige gevolgen daarvan te voorkomen. Bij schapen voorkomt het amputeren van een bewolde staart voor een deel de soms ernstige bevuiling van de anusstreek.

Het couperen van hondenoren is in België niet, in Nederland wel verboden; het bezit van een gecoupeerde hond echter niet (Dierenbescherming, Wet op de). Als het een ‘raspunt’ is dat de oren van een bepaald honderas gecoupeerd dienen te zijn, dan hebben de tentoonstellingshonden gecoupeerde oren (Duitse doggen, Dobermann pinchers, boxers, kleine pinchers, schnauzers, en de bouvier des Flandres). Men ziet van al deze rassen ook honden met niet-gecoupeerde oren. Deze worden echter meestal tenachtergesteld in de officiële kynologie.

Bovendien is er nog een groot aantal rassen waarvan de staart wordt gecoupeerd, zoals poedels, een aantal terriëren jachthondenrassen. Zolang de officiële kynologie de raspunten van de betreffende rassen niet wijzigt, zal een coupeerverbod niet te verwezenlijken zijn.

< >