[Eng.], Engelse graanwetten die reeds in de middeleeuwen de graanprijzen regelden en als beschermende maatregel voor de landbouw waren ingesteld. In de 17e eeuw dienden zij tot bevordering van de graanexport (waartoe premies gegeven werden) en tot beperking van de import, maar tijdens het continentaal stelsel werden zij ook aangewend om het graantekort tegen te gaan.
Tijdens de industriële ontwikkeling, aan het eind van de 18e eeuw, begonnen de nadelen van dit kunstmatig opvoeren van de graanprijzen te overwegen: de snel groeiende klasse der arbeiders kon het brood nauwelijks bekostigen, de daardoor noodzakelijke loonstijgingen brachten de jonge industrieën op te hoge lasten. Toenemend verzet tegen de Corn Laws, in 1838 gebundeld in de AntiCorn-Law-League, bracht de regering-Peel ten slotte tot afschaffing (1846).