Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Cooley, charles horton, amerikaans socioloog

betekenis & definitie

*17.8.1864 Ann Arbor (Michigan), ♱8.5.1929 Ann Arbor. Hij was hoogleraar sociologie aan de universiteit van Michigan te Ann Arbor.

Volgens Cooley is de maatschappij zowel een organisch als een psychisch geheel. Noch het individu, noch de groep heeft voorrang bij sociologische analyse, beide beïnvloeden elkaar. Cooley plaatst het individu in zijn sociale omgeving met zijn theorie van het spiegelbeeld: de mens formeert en normeert zichzelf in de spiegelfunctie die het samenzijn met anderen voor hem heeft. De menselijke natuur is een groepsnatuur; ze wordt gevormd in de primaire groepen, d.w.z. groepen waarin de leden in nauw en direct onderling contact staan met elkaar, zoals gezin, familie, buurt, speelgroep, vriendschap enz. Tegenover de primaire staan de secundaire groepen (term niet van Cooley) waarin samenbindende krachten zonder sterke persoonlijke relaties een rol spelen. In de primaire groepen krijgt het individu het bewustzijn van sociale eenheid en groeien zedelijke idealen; deze groepen dragen dus de maatschappij en de cultuur.

Werken: Personal competition (1899), Human nature and the social order (1902; herz. dr. 1922), Social organization (1909), Social process (1918), Life and the student (1927), Sociological theory and social research (1930).

Litt. E.C.Jandy, C.H.Cooley: his life and his social theory (1942); A.I.Reiss, Cooley and social analysis (1968).

< >