Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Conventikel

betekenis & definitie

[Lat.], o. (-s), buiten(protestants-)kerkelijke godsdienstige samenkomst.

Conventikels zijn te onderscheiden in ‘gezelschappen’, waar meer vrije onderlinge bespreking hoofdzaak is, en ‘oefeningen’, waar prediking op de voorgrond staat (vandaar de naam ‘oefenaar’ voor een leider van zulke samenkomsten). De conventikels werden in 1629 op de synode van Zuid-Holland te Leiden kerkelijk geregeld. In de tweede helft van de 17e eeuw namen zij, onder invloed van de toenmalige geestelijke opwekking, sterk toe. De meer piëtistisch gezinde predikanten, ook Voetius, waren voorstanders van de conventikels. Maar de conventikels gaven, door het op de voorgrond stellen van de ‘bevinding’ (bevindelijkheid), vaak aanleiding tot een antikerkelijk optreden (labadisten), zodat door de synoden herhaaldelijk daartegen gewaarschuwd werd. In de 18e eeuw namen de conventikels toe, naarmate de meer rechtzinnige leden van de Kerk geen bevrediging vonden bij de steeds meer rationalistisch ingestelde predikanten (Schortinghuis). De conventikels lijken langzamerhand te verdwijnen.

Litt. J.G.Woelderink, De gevaren der doopersche geestesstroming (4e dr. 1946).

< >