v., (klimatologie) index die de mate aangeeft waarin het klimaat van een bepaald gebied het karakter van een landklimaat heeft.
Het begrip continentaliteit is ingevoerd om het karakter van het klimaat van verschillende streken op aarde aan te geven. Een indruk van dit karakter is te verkrijgen door de verhouding te bepalen tussen het aantal malen dat zich boven een plaats continentale dan wel maritieme lucht bevindt. In West-Europa bedraagt deze verhouding in de winter 0,58, in de lente 0,40, in de zomer 0,18 en in de herfst 0,25. Daaruit blijkt dat het weer in West-Europa vaker onder invloed staat van maritieme luchtstroming. Omdat de vaststelling of een stroming continentaal dan wel maritiem is, veel werk met zich meebrengt, wordt thans veelal de jaarlijkse schommeling van de temperatuur bij het bepalen van de continentaliteit gebruikt. Deze schommeling neemt landinwaarts gaande toe.
Omdat er een algemene fysische correlatie bestaat tussen deze jaarlijkse schommeling en de geografische breedte, moet de schommeling met een factor worden vermenigvuldigd die afhankelijk is van de breedte. De formule die nogal eens wordt gebruikt, luidt:
C = (1,7 A/ sin ዋ) 20,4 waarin C de continentaliteit is (in %), A de jaarlijkse schommeling van de temperatuur (in °C) en ዋ de geografische breedte. De continentaliteit van Jakoetsk bedraagt, op deze wijze bepaald, 98 %; voor Thorshavn is dit -6 %, een negatieve continentaliteit dus. Dit heeft geen fysische betekenis. Indien C = 0, betekent dit, dat het klimaat niet onder de invloed staat van continenten. In de genoemde formule kunnen de constanten enigszins worden gewijzigd om te voorkomen dat de continentaliteit een negatieve waarde aanneemt en waardoor dus in deze formule het aandeel dat het zeeklimaat heeft, wordt verkleind. Een groter nadeel van de formule is, dat op de evenaar sin ዋ = 0, zodat de continentaliteit daar een oneindig grote waarde verkrijgt.
Daaruit volgt dat de formule niet is te gebruiken voor lage breedten. Hier kan de jaarlijkse schommeling van de gemiddelde intensiteit van de zonnestraling in de beschouwingen worden betrokken.