Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Consumentisme

betekenis & definitie

(Amer.: consumerism), o. (-n), consumentenbeweging die georganiseerde inspanningen van consumenten omvat om zich als marktpartij beter te doen gelden.

Consumentisme wordt ook wel omschreven als een sociale beweging ter verschuiving van macht van de verkopers naar de koperszijde. Het gaat hierbij doorgaans om acties met een langere looptijd, die meer consumenten betreffen en verandering van marktgedrag van aanbieders of verhaalmogelijkheden beogen. Het kan betrekking hebben op ter markt afzonderlijk betaalde, zgn. individuele goederen en diensten, maar ook op collectieve goederen (overheidsdiensten), milieu, natuurschoon e.d. Het consumentisme doet zich voor als tijdelijke actie van individuen of groepjes niet-georganiseerde individuen en in geïnstitutionaliseerde vorm (consumentenorganisaties) . Het consumentisme is in Nederland een betrekkelijk nieuw verschijnsel. In de VS ontstond de huidige consumentenbeweging (na manifestaties van kortstondig karakter in het begin van de 20e eeuw onder invloed van de sterk stijgende prijzen, evenals in de jaren dertig, tijdens de wereldcrisis) in het midden van de jaren zestig van de 20e eeuw onder invloed van een veelheid van cumulatief werkende factoren, zoals stijging van besteedbaar inkomen, betere opleiding en scholing, complexer technologie en marketingmethoden, sterk toenemend verbruik van natuurlijke hulpbronnen, gepaard gaande met structurele spanningen, die samenhangen met economische (inflatie, werkloosheid), sociale (rassenprobleem), ecologische problemen (milieuvervuiling), en onvrede met marketing-praktijken (ongeloofwaardige reclame). Tot een besef van deze achterliggende oorzaken, die het veranderingsproces op gang brachten, droegen o.a. bij de activiteiten van consumentenorganisaties, maatschappijkritische best-sellers (o.a. van V.Packard, R.Nader, J.K.Galbraith) en presidentiële redevoeringen (Kennedy 1962, Johnson 1966, Nixon 1969), terwijl deze ontwikkelingen versneld werden door professionele (o.a.

R.Nader) en spontane agitatie (acties van huisvrouwen, boycots e.d.). Een verduurzaming van deze acties werd in de jaren zestig bewerkstelligd door toenemende aandacht voor consumentisme in de massamedia, toenemende belangstelling van politici, acties van (pressie)groepen en consumentenorganisaties en weerstand en onverschilligheid ten opzichte van het consumentisme bij het bedrijfsleven. Deze consumentenbeweging leidde in de VS tot nieuwe wetgeving om de consumentenbelangen te beschermen, zoals Drug Amendments to the Food, Drug and Cosmetic Act of 1938 (1962), Federal Cigarette Labeling and Advertising Act (1966), Fair Packaging and Labeling Act (1966), National Traffic and Motor Safety Act (1960), Consumer Credit Protection Act (1968).

In Nederland en België houden zich met de problematiek van het consumentisme bezig de overheid, het bedrijfsleven (b.v. in Nederland Codecommissie op het Reclamewezen, individuele bedrijven door middel van speciale programma’s b.v. de Klantenraad), vakbonden (deels uit politieke solidariteit, b.v. Angola, deels om hun leden als consumenten te beschermen), consumenten (consumentenorganisaties, ad hoc-pressiegroepen) en massa-media (radio en televisie via programma’s als Koning Klant, Ombudsman). [drs.J.G.Morreau]

Litt. D.Keuning en P.C.J.Ketels, Consumentisme: theorie en praktijk (in: Maandschr. Economie, 1976).

< >