Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Consumentenbeleid

betekenis & definitie

o., overheidsbeleid ter bescherming van de consument. Het consumentenbeleid is ontstaan in verband met de structureel zwakke positie van de consument en de toegenomen beïnvloedbaarheid van buitenaf ten gevolge van de belangrijke toename van het aantal consumptiemogelijkheden; de consumentenorganisaties (in Nederland de Consumentenbond en het Konsumenten Kontakt, in België de Verbruikersunie en de Vrouwenbond voor Informatie en Verdediging van de Consument) trachten via het naar voren brengen van hun wensen op het beleid invloed uit te oefenen.

Daarnaast zijn de bestedingen van de consument van groot economisch belang.Veranderingen in de bestedingen voor b.v. duurzame consumptiegoederen kunnen een belangrijk effect hebben op de conjunctuur, terwijl meer structureel de consument veranderingen in de produktiestroom kan veroorzaken door meer rekening te gaan houden met milieufactoren, energieschaarste, gevolgen voor ontwikkelingslanden, uitputting van grondstoffen, enz. Het ingrijpen door de overheid in het bestaande consumptiepatroon vanwege de steeds belangrijker geworden externe effecten duidt men wel aan als het tweede gebied van het consumentenbeleid of wel als consumptiebeleid. Een dergelijk beleid kan in strijd komen met het consumentenbeleid, dat alleen naar de individuele belangen van de consument kijkt. Voor onderlinge beleidsafstemming werd in 1974 in Nederland een Interdepartementale Commissie voor Consumentenzaken (icc) ingesteld.Het Ned. consumentenbeleid vertoont een aantal aspecten:

1. Op het gebied van de fysieke bescherming, waar de overheid gevaarlijke produkten van de markt kan weren of voorkomen dat er een verkeerd gebruik van wordt gemaakt, o.a. via de Warenwet, de Vleeskeuringswet en het Vleesen Vleeswarenbesluit (op grond van de Warenwet), de Bestrijdingsmiddelenwet, de--Waterleidingwet, maatregelen inzake tabaksverbruik, activiteiten van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding enz.
2.Op het gebied van de veiligheid van de consument, door middel van de eisen voor elektrische veiligheid van consumptiegoederen (KEMA-keur), de veiligheid van gasapparatuur (GIVEG-keur), de Wet op Gevaarlijke Stoffen, de Wet Gevaarlijke Werktuigen en de eisen ten aanzien van de veiligheid van wegvoertuigen en daarbij behorende uitrustingsstukken.
3.De marktdoorzichtigheid wordt bevorderd door o.a. de Warenwet (eerlijkheid in de handel), regelingen voor etikettering van textielartikelen (Textielartikelenbesluit 1975), regelingen gebaseerd op de Landbouwkwaliteitswet, prijsbekendmakingsvoorschriften (op grond van de Prijzenwet), prijsvoorlichting, de Wet Beperking Cadeaustelsel, en de onderzoeken door de Stichting Vergelijkend Warenonderzoek.
4. M.b.t de sociaal-economische maatregelen behoren b.v. die op het gebied van de prijzen van goederen en diensten (prijsbeleid) en de mededingingsbeperkende overeenkomsten tussen ondernemingen (-mededingingsbeleid). Tevens treedt de overheid regelend op op het gebied van de detailhandelsvestigingen (waarbij b.v. voorkomen moet worden dat alle detailhandelszaken vervangen worden door grote zelfbedieningswarenhuizen buiten de

traditionele winkelgebieden). Verdere maatregelen: de Winkelsluitingswet, het huur-, huursubsidie- en woonruimtebeleid, en de veiligheids- en kwaliteitsregelingen voor woningen via de Woningwet en op grond daarvan gemeentelijke bouwverordeningen, sedert 1971 gebaseerd op een modelbouwverordening van de Vereniging van Ned. Gemeenten.

5.Bij de economische bescherming behoren de Colportagewet 1973, die misbruiken b.v. bij deurverkoop wil tegengaan door o.a. de invoering van een ‘afkoelingsperiode’ waarin de consument op zijn beslissing kan terugkomen, de Uitverkopenwet, regelingen tegen misleidende reclame, de Reclameraad (radio en televisiereclame, Omroepwet), terwijl het huidige huurrecht ontwikkeld zal moeten worden tot een sociaal huurrecht. Op financieel gebied moet gekomen worden tot een verbetering van kwaliteit, marktdoorzichtigheid en voorlichting van financiële produkten, maatregelen tegen misleidende of eenzijdige voorlichting en contracten; een verbod ten aanzien van kredietcolportage is opgenomen in de nieuwe Wet op het Consumptief Geldkrediet. Er moeten nieuwe regelingen komen ten aanzien van consumptief krediet, terwijl bovendien een herziening van de Beurswet en een nieuw ontwerp Beurs- en Effectenwezen in voorbereiding is.
6.Ten aanzien van de zwakke juridische positie van de consument ten gevolge van onwetendheid en ondeskundigheid zijn reeds ten dele maatregelen getroffen; andere zijn in voorbereiding, o.a. betreffende klachtenbehandeling (Commissie Consumenten Aangelegenheden van de SER), bescherming van de consument als huurkoper van onroerend goed (Tijdelijke Wet Huurkoop Onroerend Goed 6.7.1973), betreffende het boetebeding, e.d.
7. Overige activiteiten op het terrein van het consumentenbeleid zijn nog b.v. de Dienst van het Ijkwezen krachtens de IJkwet (o.a. toezicht op goede meetmiddelen) en het normaliseren door het Nederlands Normalisatie-Instituut. [drs.J.G. Morreau]

Litt. E.H.Hondius enz., Consument en recht (1972); Jaarrapport overheidsbeleid consumentenaangelegenheden. Uitg. van de Interdepartementale Commissie voor Consumentenzaken (1974 en 1975); E.H.Hondius, Consumentenvoorwaarden (in: NJB 1974); A.Brack, Kernpunten van het Konsumentenrecht (1975).

In België trachten de consumentenorganisaties steeds meer invloed op het overheidsbeleid uit te oefenen. Aan de hand van gespecificeerde bladen trachten zij, evenals in Nederland, de verbruiker zo goed mogelijk voor te lichten. Ook via radio en televisie worden regelmatig uitzendingen ten behoeve van de verbruikers uitgezonden. Inzake overheidsbeleid kan men zowel een algemene wetgeving als specifieke reglementeringen aanstippen.

Op het stuk van de algemene reglementering moet in de eerste plaats de Wet op de Handelspraktijken van 14.7.1971 worden vermeld (de eerste wet waarin de verbruiker als dusdanig centraal staat), die o.a. voorschrijft welke voorlichting aan de verbruiker moet worden verstrekt (prijs, benaming, etikettering, hoeveelheden) (handelswetgeving). Andere reglementeringen hebben betrekking op misbruik van economische machtspositie (combinatie), leurhandel (ambulante handel) en prijsvorming. Alleen de rechtbanken zijn bevoegd om over misbruiken inzake woeker en overdreven winsten te oordelen en ze te beteugelen. Een reeks produkten en diensten zijn aan het stelsel van maximumprijzen onderworpen, terwijl voor een beperkt aantal produkten maximumhandelsmarges zijn vastgesteld. Ingevolge de wet van 23.12.1969 kunnen met individuele of gegroepeerde bedrijven programma-overeenkomsten worden afgesloten. Voor het overige zijn alle prijzen van produkten en diensten onderworpen aan het regime van de aangifte der geplande prijsverhogingen, die vooraf moet worden gedaan bij de Commissie tot Regeling der Prijzen.

In uitvoering van de wet van 9.7. 1975 werd een Prijzencommissie voor de farmaceutische specialiteiten opgericht. De verkoop op afbetaling en de persoonlijke lening op afbetaling zijn eveneens gereglementeerd (wet van 9.7.1957).

Voor sommige produkten en diensten is een bijzondere reglementering van kracht, waarbij produktie en handel in een hele reeks voedingswaren in het belang van de volksgezondheid en de hygiëne, of met het doel bedrog en vervalsing op dit gebied te voorkomen, gereglementeerd werden (Nationale Zuiveldienst): o.a. de Wet betreffende het toezicht op Voedingswaren of -stoffen van 20.6.1964. Verder zijn er reglementen voor werken uit edelmetaal en verzilverd metaal, voor de verkoop van diamanten en vuurwapens, produktie en vervoer van elektrische energie, gasachtige produkten en petroleumprodukten. Er zijn speciale reglementeringen voor alle vormen van vervoer. De exploitatie van hotels (wet van 19.2.1963), reisbureaus (wet van 21.4.1965) en campings (wet van 30.4.1970) behoeft vergunning.

2.Op financieel gebied is een aantal maatregelen getroffen om de verbruiker te beschermen, o.a. voor het effectenverkeer (beursreglementering), het openbaar aantrekken van spaargelden (wet van
10. 6.1964), financieringshuur (KB nr. 55 van 10.11. 1967), de levensverzekeringsmaatschappijen (wet van 25.6.1930) en de kapitalisatieondernemingen (KB nr. 43 van 15.12.1934). De bankwetgeving heeft de belangen van spaarders en beleggers op het oog.
3.Tot de sociaal-economische maatregelen behoren o.a. de wetten tot uitvoering van de verplichte wekelijkse rustdag in de detailhandel (22.6.1960), van de verplichte avondsluiting (24.7.1973), de wet tot reglementering van de handelsvestigingen (29.6.1975) en die op de uitoefening van zelfstandige beroepen in de kleine en middelgrote handelsen ambachtsondernemingen (15.12.1970). Inzake huurprijzen van woningen gelden de wet van 10.4. 1974, waarbij een uniforme formule voor de binding van de huur aan het indexcijfer van de kleinhandelsprijzen wordt opgelegd, evenals de blokkering voor een bepaalde tijd van de huur van sommige categorieën van woningen.
4.Tot de overige activiteiten op het gebied van het consumentenbeleid kunnen o.a. nog vermeld worden de wet van 16.6.1970 met betrekking tot het ijken van maten, teltoestellen e.d., (Belgisch Instituut voor Normalisatie). Verder zijn van belang de Raad voor het Verbruik (adviserend orgaan bij het Ministerie van Economische Zaken), het in 1975 opgerichte Onderzoeksen Informatiecentrum van de Verbruiksorganisaties (OIVO, dat door de consumentenorganisaties wordt bestuurd maar door de staat wordt gesubsidieerd), het Instituut voor Kwaliteits-Controle en Informatie Etikettering. De consumenten zijn verder vertegenwoordigd in een aantal officiële organen die direct of indirect met hun belangen te maken hebben, [drs. A.X.M.Meuleman]

Litt. N.Segers, Wet op de handelspraktijken en uitvoeringsbesluiten. Tekst en toelichting (1973); T. Bourgoignie, La réglementation des prix en Belgique (1973); A.de Caluwé, A.Delcorde en X.Leurquin, Les pratiques du commerce (1973); Centre de Recherches et d’Information Socio-Politique, Défense et réprésentation des consommateurs (1975).

< >