Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

Constantius

betekenis & definitie

naam van enkele keizers van het ROMEINSE RIJK.

Constantius I Chlorus, Flavius Valerius (305-306), *ca.250, ♱306 York; vader van Constantijn I, van Illyrische afkomst. Hij werd in 293 door keizer Maximianus tot caesar verheven en kreeg het bewind over Brittannië en Gallië. Hij bevrijdde Brittannië van de usurpators Carausius en Allectus en bracht het terug onder het Romeinse gezag; hij wist de Rijn als grens tegen de Germanen te handhaven. Tegenover de christenen was hij vrij verdraagzaam. In 305 werd hij augustus; hij overleed na een veldtocht tegen de Pieten.

Constantius II (337-361); zoon van keizer Constantijn de Grote, *317 Sirmium (Illyrië), ♱361 Tarsos. Na de dood van zijn vader (337) kreeg hij het bewind over Thracië, Azië en Egypte; in 350 werd hij alleenheerser, Constantius streed met succes tegen de Perzen en wist op 353 de ursurpator Magnentius uit de weg te ruimen. Constantius begunstigde het arianisme, breidde het hofceremonieel uit en wordt daarom wel de eerste ‘Byzantijnse’ keizer genoemd. Constantius III (421), *ca.370 Nisj, ♱421 Ravenna. Als veldheer in dienst van keizer Honorius, slaagde hij er in diens gezag in Gallië te handhaven. Hij huwde met Honorius’ zuster Galla Placidia en werd in 421 mederegent van de keizer in het westen. In hetzelfde jaar overleed hij.

Constantius III (421), *ca.370 Nisj, ♱421 Ravenna. Als veldheer in dienst van keizer Honorius, slaagde hij er in diens gezag in Gallië te handhaven. Hij huwde met Honorius zuster Galla Placidia en werd in 421 mederegent van de keizer in het westen. In hetzelfde jaar overleed hij.

< >