naam van twee keizers, van resp. het Romeinse en het Byzantijnse Rijk.
Constans I, Flavius Iulius, keizer van het ROMElNSE RIJK (337-350), ca.320, ♱(verm.) 350. Constans volgde zijn vader Constantijn de Grote op in Italië, Afrika en Illyrië, versloeg in 340 zijn broer Constantijn II en verkreeg toen de rest van het westen. Hij vocht tegen Sarmaten, Franken en Britten, maar door zijn despotisch bewind brak er te Autun een opstand uit onder leiding van Magnentius, waarbij Constans dé dood vond. Constans was een vurig aanhanger van het christelijk geloof, steunde de richting van Athanasios en bestreed in Afrika met kracht de donatisten.
Constans II, Flavius Heraclius, keizer van het BYZANTIJNSE RIJK (641-668), ♱(gesn.) 668 Syracuse; kleinzoon van keizer jHerakleios. Constans verloor Egypte voorgoed aan de Arabieren, maar bestreed met succes de Slaven en de Langobarden. Naar aanleiding van de strijd rond de monotheleten kwam hij in conflict met paus Martinus i. In 663 vestigde Constans zich te Syracuse, waar hij in 668 tijdens een muiterij om het leven kwam.