[Fr.], I. bn. enbw., behoudend, vasthoudend aan het geijkte, de bestaande toestanden, m.n. op politiek gebied, afkerig van ingrijpende hervormingen: de conservatieve partij; een conservatief blad, dat de beginselen der conservatieven huldigt; hij is erg conservatief, houdt niet van nieuwigheden; (geneeskunde) conservatieve therapie, die gericht is op het behoud en herstel van lichaamsdelen en functies (tegenover amputatie e.d.);
II. zn., m. (-tieven), behoudsman, voorstander van het stelsel van behoud; aanhanger van een conservatieve partij.