Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

Conscience

betekenis & definitie

Hendrik, Vlaams schrijver, *3.12.1812 Antwerpen, ♱ 10.9.1883 Elsene; zoon van een Franse vader en een Vlaamse moeder. Conscience was autodidact.

Hij trad in 1830 als vrijwilliger in dienst. Na afloop van zijn diensttijd (1836) sloot hij zich bij de Antwerpse artistieke bohème en de Vlaamse Beweging aan. Hij was enige tijd griffier van de kunstacademie te Antwerpen. In 1869 werd hij conservator aan het nieuw opgerichte museum Wiertz te Brussel. Hij trad op als romantisch redenaar en onafhankelijk Vlaams politicus. De uitgebreide litteraire produktie van Conscience, merendeels historische en idyllische romans, heeft aan brede lagen van de Vlaamse bevolking boeiende en voor zijn tijd ook waardevolle lectuur verschaft, die via talloze vertalingen ook in het buitenland ten zeerste op prijs werd gesteld.

Het idee dat Conscience enkel schreef om zijn volk te leren lezen, zonder daar enig financieel voordeel uit te halen, is een mythe gebleken. De gepubliceerde briefwisseling met zijn uitgevers heeft het bewijs gebracht dat hij na zijn eerste successen zijn schrijversactiviteiten steeds meer is gaan opvatten als een middel om te voorzien in het groeiend geldgebrek door de megalomane neigingen van zijn gezin. Dat alles doet echter niets af aan zijn grote verdiensten. Werken: In ’t wonderjaer 1566 (1837; ‘gezuiverd’ in 1843), De Leeuw van Vlaendren (1838), Hoe men schilder wordt (1843), Wat eene moeder lijden kan (1844), Jacob van Artevelde (1849), Blinde Rosa (1850),De loteling (1850), Baes Gansendonck (1850), De arme edelman (1851); historische romans: De boerenkryg (1853), De kerels van Vlaanderen (1871); zedenschetsen: Sis ka van Rossemael (1844), Het geluk van ryk te zyn (1855), Bella Stock (1861), Het goudland (1862), Bavo en Lieveken (1865), Eene o te veel (1872), Eene verwarde zaak (1874), De schat van Felix Roobeek (1878); dorpsverhalen: Rikke-tikke-tak (1851), De grootmoeder (1853); Geschiedenis mijner jeugd (1888; postuum). Uitgaven: Briefwisseling uit de jaren 1837—51, door A.Jacob (2 dln. 1913-19); G. Degroote, Brieven van H.Conscience (Hand.

ZuidNed. Mij. 1966, 67, 71 en 74).

LITT. E.de Bock, H. Conscience en de opkomst van de Vlaamsche romantiek (1943); G.Degroote en J. de Schuyter, H.Conscience en zijn uitgevers (1953); A.van Hageland, H.Conscience en het volksleven (1953); G.Degroote, Wat een schrijver lijden kan (1957); E.Willekens, Conscience (1961); E.de Bock, Ondergang en herstel (1970); H.Consciencenummer: tijdschrift Vlaanderen (1973).

< >