Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

conjunctie (konjunktie)

betekenis & definitie

[➝Lat.], v. (-s),

1. vereniging, verbinding (e);
2. zodanige stand van twee sterren ten opzichte van de aarde dat zij dezelfde lengte hebben (e); 3. voegwoord (e).

(e) sterrenkunde. Van een conjunctie of samenstand wordt gesproken wanneer twee hemellichamen, m.n. twee leden van het zonnestelsel, uit de aarde gezien, gelijke lengte hebben; men spreekt ook wel van conjunctie in rechte klimming. De voornaamste conjuncties zijn die van de planeten met de zon. De binnenplaneten Mercurius en Venus kunnen twee conjuncties met de zon hebben, waarbij de planeet achter dan wel vóór de zon staat (bovenen benedenof onder-conjuncties; in het laatste geval heeft een enkele maal een overgang plaats). De buitenplaneten hebben alleen een boven-conjunctie. De (beneden-)conjunctie van de maan met de zon heet Nieuwe Maan.

In de astrologie is de conjunctie een van de voornaamste aspecten. Het teken voor de conjunctie is d. Met grote conjunctie bedoelt men in het bijzonder een driemaal opeenvolgende conjunctie tussen Jupiter en Saturnus in hetzelfde jaar, waarbij de beide planeten schijnbaar nauw te zamen heengaan, terugkeren en weer heengaan. Een dergelijke grote conjunctie vond in het jaar 6 v.C. plaats in het sterrenbeeld de Vissen en wordt door velen aangezien als de in de bijbel vermelde Ster der Magiërs, die de geboorte van Christus zou hebben aangekondigd. De daaropvolgende grote conjunctie vond pas plaats in 1940.

taalkunde. In de traditionele spraakkunst duidt conjunctie woorden aan als Ned. en, of, maar, want, als, toen, hoewel, waarvan men meende dat zij buiten de eigenlijke zinnen stonden en tot voornaamste functie hadden deze zinnen te verbinden. Zo nam men wel aan dat in: ik ga morgen met de trein, maar misschien neem ik toch het vliegtuig, het voegwoord maar twee zinnen verbindt, nl. ik ga morgen met de trein en ik neem misschien toch het vliegtuig. Deze opvatting wordt echter lang niet door alle taalkundigen gedeeld.

wiskunde. In de wiskundige logica is de conjunctie of logisch produkt van de oordelen A en B, die samenstelling van die oordelen, die waar is als A en B beide waar zijn, en onwaar als tenminste één van die oordelen onwaar is.

< >