Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

Coninxloo, gillis van

betekenis & definitie

Zuidned. schilder, *24.1. 1544 Antwerpen, ♱4.1.1607 Amsterdam; waarschijnlijk een zoon van Jan van Coninxloo. Hij week na een leertijd bij P.Coecke de Jonge en G.Mostaert uit naar Frankrijk.

In 1570 keerde hij terug naar Antwerpen en werd er vrijmeester. Hij week in 1585 uit naar Frankenthal, een toevluchtsoord voor hervormden, en sloot zich aan bij de aldaar gevestigde Vlaamse schilderskolonie. Hij vestigde zich in 1593 te Amsterdam. Hij was vooral een verdienstelijk landschapschilder en heeft als dusdanig zijn Noordnederlandse medeschilders beïnvloed.

Litt. E.Plietz, Die Frankenth. Maler (1910); J.A.Raczynski, Die flam.Landschaft vor Rubens (1937); H.G.Franz, Niederl. Landschaftsmalerei in Zeitalter des Manierismus (1969).

< >