(CGT), Frans vakverbond, dat in 1895 werd gesticht en een overheersend syndicalistisch karakter kreeg. Dit betekende dat de CGT niet in de eerste plaats streefde naar lotsverbetering binnen de bestaande orde, maar dat zij die wilde omverwerpen.
Daarbij kwam het ideaal van de algemene staking centraal te staan (zie CGT, dicalisme). Aangezien de CGT de parlementaire politiek afwees, stond zij op slechte voet met de socialisten. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog veranderde dit, hetgeen vooral bewerkt werd door het tactvolle optreden van Jaurès. De voornaamste leider Jouhaux leidde de CGT in gematigder banen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog steunde het overgrote deel van de CGT de Franse oorlogvoering, hoewel voorheen altijd ‘directe actie’ tegen een eventuele oorlog was aangekondigd. Een ultra-linkse minderheid formeerde in 1921 de CGT-Unitaire.
Deze droeg nog gedeeltelijk een anarcho-syndicalistisch karakter ( zie anarchisme), maar werd al gauw in communistische zin gelijkgeschakeld. In 1936 gingen de CGT en de CGT-Unitaire een fusie aan, die in sept. 1939 werd verbroken, maar na de Tweede Wereldoorlog hersteld werd. Na de Tweede Wereldoorlog kregen de communisten de overhand in de CGT. Vooral vanwege hun agitatie en stakingen tegen het Marshallplan scheidde zich een minderheid af en vormde onder leiding van Jouhaux de CGT Force Ouvrière (apr. 1948). De CGT bleef verreweg de grootste Franse vakcentrale, maar verkeerde ten gevolge van de Koude Oorlog ca. 15 jaar in een geïsoleerde positie. Nadat De Gaulle aan de macht was gekomen (1958), verbeterden de betrekkingen met de andere vakcentrales.
Tijdens de mei-revolutie van 1968 steunde de CGT de algemene staking, die gepaard ging met fabrieksbezettingen, maar kon weinig begrip opbrengen voor het verlangen naar inspraak en het radicalisme van de studenten. Mede door de concurrentie van de Confédération Française Démocratique du Travail, is de CGT zich in de jaren zeventig hierin soepeler gaan opstellen.litt. G.Lefranc, Le mouvement syndical sous la troisième république (1967); A.Barjonet, La CGT (1968); G.Lefranc, Le mouvement syndical de la libération aux événements de 1968 (1969).