[Lat.], v. (-s, tiën),
1. overeenstemming;
2. alfabetisch register van woorden uit beroemde boeken, met een aanwijzing van de plaats waar ze staan, m.n. zo’n register op de bijbel (e);
3. het evenwijdig gelaagd-zijn van aardlagen;
4. het percentage individuen uit twee populaties van dezelfde soort die een bepaalde eigenschap in dezelfde mate vertonen (e).
BIJBEL
In de 13e eeuw maakte Antonius van Padua een concordantie op de bijbel. In dezelfde eeuw maakte Hugo de San Caro een concordantie op de Vulgaat. Na de Reformatie werden de uitgaven frequenter. Zeer gezaghebbend werd de concordantie van de Groningse predikant Trommius (1672 begonnen), waarvan in beknopter versie nog verscheidene herdrukken (het laatst in 1952) verschenen. Bekend zijn verder concordanties op het Hebreeuwse OT: S.Mandelkern (1896, 1954); op het Griekse NT: A.Schmoller (7e dr. 1938; diverse herdr.), .F.Moulton-A.S.Geden (3e dr. 1926; herdr. 1950); op de Vulgaat: F.J.Dutripon (8e dr. 1880); H.de Rase (22e dr. 1950); op het Griekse OT: E.Hatch en H.A.Redpath, A concordance to the Septuagint and the other Greek versions of the Old Testament (1954); op de Nieuwe Vertaling: W. H.Gispen en H.N.Ridderbos (1955). Ook op de koran zijn diverse concordanties gemaakt (G.Flügel, 2e dr. 1898).
ERFELIJKHEIDSLEER
Het concordantie-onderzoek bij tweelingen is een belangrijke methode voor het vaststellen van de mate waarin erfelijke eigenschappen bij mensen door overerving en door milieufactoren beïnvloed worden. Men vergelijkt een groep eeneiige (dus paarsgewijs genetisch identieke) tweelingen met een groep twee-eiige tweelingen. Ligt de concordantie bij de eeneiige tweelingen aanzienlijk hoger dan bij de twee-eiige, dan speelt overerving een belangrijke rol bij deze eigenschap.