[Fr.], v. (-s),
1. vereniging, samentrekking in één punt: van gezag, vereniging van al het gezag in één persoon of in een paar personen;
2. de sterkte van een oplossing (e);
3. het samentrekken van de produktie van een aantal bedrijven in een kleiner aantal grotere bedrijven (e);
4. (godsdienst) eerste fase van de meditatieve heilsweg, waarin men zich op het object van de meditatie concentreert;
5. het samentrekken van legers of vlooteenheden in de richting van het operatiegebied (e); het richten van verschillende wapens op één doel;
6. het richten van zijn aandacht of opmerkzaamheid op één of enkele onderwerpen (e);
7. bewerking voor de bereiding van zout uit zeewater, suiker uit plantesappen enz. concentreren.
economie. Concentratie kan het gevolg zijn van de eigen groei van enkele bedrijven (interne expansie, die leidt tot natuurlijke of spontane concentratie) of van een samenvoeging van een aantal bedrijven door overname van, deelname in of fusie met bestaande bedrijven (externe expansie). Heeft de concentratie betrekking op ondernemingen, dan spreekt men wel van combinatie, al is het taalgebruik terzake niet scherp. Derhalve is concentratie van een aantal bedrijven, behorend tot een zelfde onderneming, mogelijk; zijn die bedrijven niet eigendom van dezelfde onderneming, dan is concentratie zonder combinatie niet goed denkbaar. Combinatie zonder concentratie is echter steeds mogelijk. De concentratie kan zowel horizontaal (parallellisatie), of verticaal (integratie) zijn of de vorm hebben van een conglomeraat.
Voor de concentratie in het bankwezen:-bankconcentratie. De concentratie nam in Engeland in het begin van de 19e eeuw een aanvang onder invloed van de mechanisatie. Door de grotere bedrijfseenheden ontstond langzamerhand ook behoefte aan grotere ondernemingseenheden; mede op grond hiervan kwam na 1880 ook de combinatiebeweging op gang.
Reeds Marx heeft destijds aandacht aan de concentratie besteed; hij bracht zijn concentratieleer in verband met de accumulatie van kapitaal en de ‘Verelendung’ der massa en had dus in feite meer bezitsconcentratie dan de vorming van grotere bedrijfseenheden op het oog. Ook voorspelde hij dat de tendens tot vorming van zeer grote bedrijven de voorloper zou zijn van de socialistische staat; de gemeenschap zou op den duur genoodzaakt zijn de reuzenbedrijven over te nemen.
Er zijn verschillende voordelen van de concentratie aan te geven. De vooruitgang in de produktietechniek maakte grote investeringen in vaste installaties noodzakelijk, leidende tot een wijziging in de structuur van de produktiekosten en een grotere druk van de vaste kosten, alsmede een grotere optimale capaciteit. Door concentratie was een intensiever gebruik van de installaties en patenten en een vermindering van de reservecapaciteit mogelijk. Bovendien bood de concentratie gelegenheid tot betere researchmogelijkheden, intensiever gebruik van krachtinstallaties e.d. Ook het tot stand komen van de Euromarkt schept voor vele bedrijven de noodzaak hun concurrentiepositie te versterken en hun kostprijs en produktie kritisch te bezien (mededinging). Anderzijds is duidelijk gebleken, dat bij toenemende bedrijfsgrootte grenzen zijn gesteld aan kostprijsverlaging e.d.
LITT. E.T.Penrose, The theory of the growth of the firm (2e dr. 1963); S.Wickham, Concentration at dimensions (1966); H.C.Wytzes, Ondernemingsgroei en ondernemingsstrategie (1966); M.A.U1ton, Industrial concentration (1970); H.Arndt (red.). Die Konzentration in der Wirtschaft (2e dr. 1971); H.W.de Jong, Dynamische concentratietheorie (1972).
MILITARIA
De concentratie vindt plaats na het voltooien van de mobilisatie. Bij een dergelijke operatie nemen vervoermiddelen (wielen rupsvoertuigen, treinen enz.) een zeer belangrijke plaats in. Het welslagen van een concentratie hangt sterk af van de mate, waarin de voorbereiding en uitvoering daarvan door camouflage en misleiding voor de vijandelijke luchtmacht geheim wordt gehouden. Na de beëindiging van de concentratie begint de strategische opmars of het betrekken van stellingen voor een bepaald strategisch doel. Bij de marine wordt een concentratie veelal uitgevoerd om een lokaal overwicht te verkrijgen. psychologie.
Het concentratievermogen wisselt sterk van mens tot mens en is voor oefening vatbaar. De een kan volkomen opgaan in zijn arbeid, met een nimmer aflatende belangstelling. De ander daarentegen wordt onmiddellijk afgeleid; zijn opmerkzaamheid, zijn interesse fladdert als het ware van het een op het ander. Maar ook de laatste kan concentratie leren door oefening. Verder is het concentratievermogen sterk afhankelijk van interesse, wil en intelligentie. De natuurlijke, spontane belangstelling kan afleidend werken en b.v. verhinderen dat het schoolkind zich concentreert op datgene wat op school in het middelpunt van de belangstelling dient te staan. Het concentratievermogen is ook afhankelijk van vermoeidheid e.d.
Litt. K.Mierke, Konzentrationsfähigkeit und Konzentrationsschwäche (1966).
SCHEIKUNDE
Onder concentratie verstaat men het verhoudingsgetal dat de hoeveelheid van een bepaalde stof in een mengsel of oplossing aangeeft. De concentratie van een stof kan op verschillende wijzen worden aangegeven:
1. de verhouding van het gewicht van de beschouwde stof tot het totale gewicht van het mengsel;
2. de verhouding van het gewicht van de beschouwde stof tot het gewicht van de andere inliet mengsel aanwezige stoffen;
3. de verhouding van de volumina van de in het mengsel aanwezige stoffen. Voor oplossingen drukt men de concentratie meestal uit in het aantal gram of grammoleculen van de opgeloste stof per liter oplossing. Het aantal grammoleculen per liter wordt de normaliteit van een oplossing genoemd, het aantal grammoleculen per kilogram oplossing noemt men de molariteit.