Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

compressor (kompressor)

betekenis & definitie

m. (-en, -s), werktuig voor het comprimeren van gassen.

(e) Afhankelijk van grootte en type van de compressor kan de druk van het gecomprimeerde gas variëren van ca. 0,1 N/mm2 (1 at) tot enige honderden N/m2 (enige duizenden at) bij een opbrengst van enige dm3/min tot 400 m3/min. De werking kan berusten op verdringing (afb. 1 -13) of op het dynamische principe (afb. 14—16). Membraanzuigercompressoren past men toe voor het samenpersen van sterk giftige gassen, waarbij geen lek mag optreden of het gas niet in contact met smeermiddelen mag komen. Zij worden toegepast voor kleine opbrengst maar wel vaak hoge drukken. De compressoren met beweegbare schoepen (afb. 5-7) in de rotor hebben meestal een druk lager dan 1 N/mm2 (10 at). Die volgens afb.7 zijn geschikt voor inspuitkoeling en kunnen tot een druk van 0,2 N/mm2 (2 at) zonder smering olievrije lucht leveren. Van de vloeistofringcompressor (afb.8) vormt het excentrische schoepenwiel een vloeistofring langs de omtrek terwijl in het midden kamers worden gevormd waarop inen uitlaat aansluiten.

Het samen te persen gas is direct in contact met het vloeistofoppervlak. Door de grote warmte-opnamecapaciteit van de vloeistofring zal het gas gedurende het samenpersen slechts weinig in temperatuur toenemen. Deze methode is zeer geschikt voor het samenpersen van explosie-gevaarlijke gassen. Andere compressoren zijn hiervoor niet aan te bevelen. Door een juiste vloeistofkeuze kunnen sterk reactieve gassen volgens dit principe worden samengeperst. Bij chloorgas b.v. bestaat de vloeistofring uit geconcentreerd zwavelzuur.

Voor het vacuümgebied wordt de rolzuigercompressor (afb. 9) toegepast, evenals de rootscompressor (afb.10), waarbij het gas in de machine niet wordt samengeperst maar alleen wordt verplaatst. De compressie ontstaat door de weerstand van het zich aan de perszijde bevindende gas. Voor hogere drukken tot 0,18 N/m2 (1,8 at) past men de dubbele rootscompressor (afb. 11) toe. De beide grote rotoren verzorgen de aanzuiging, de kleinere het samenpersen. Bij de schroef compressor (afb. 12) wordt het gas in axiale richting samengeperst door de twee tegen elkaar in draaiende schroefvormige rotoren. De schroefcompressor van afb. 13 bestaat uit een schroefrotor en twee tandwielen.

Het aanzuigen geschiedt axiaal aan de voorkant, terwijl in de schroefgang het samenpersen plaatsvindt. Deze compressor is dubbelwerkend, omdat het ene tandwiel aan de bovenzijde van de schroefas en het andere tandwiel aan de onderkant het gas samenpersen.

Bij de dynamisch werkende compressoren wordt de druk van het gas opgebouwd door het gas te versnellen en weer af te remmen. In de radiale turbocompressor (afb. 14) wordt het gas in axiale richting aangezogen en in radiale richting versneld, terwijl in de axiale turbocompressor (afb. 15) het gas in axiale richting zowel wordt aangezogen als versneld en geremd. Beide typen worden gebruikt voor het samenpersen of verplaatsen (➝ventilatoren) van grote tot zeer grote hoeveelheden lucht of gas. De straalcompressor (afb. 16) werkt volgens het venturi-principe en vindt toepassing in het vacuümgebied.

Compressoren worden gebruikt voor het samenpersen van aardgas, acetyleen, butaan, ethyleen, gifgas, methaan, propaan, stikstof, zuurstof maar vooral lucht ten behoeve van perslucht in de industrie. Veel worden zij toegepast in koelkasten, tevens ook in diepvriezers, airconditioning e.d.

< >