[➝Lat. comprimere, samendrukken], v., volumevermindering ten gevolge van drukstijging bij vloeistoffen, gassen en elastische vaste lichamen.
(e) Verloopt de compressie van een gas bij constante temperatuur dan is de ➝compressiemodulus gelijk aan de druk van het gas (➝Boyle, wet van). Vloeistoffen (vooral water) en vaste stoffen zijn veel minder samendrukbaar (b.v. water 50 miljoenste per bar, staal 0,6 miljoenste per bar). Vloeistoffen en gassen moet men bij samendrukking steeds aan een alzijdige druk onderwerpen. Vaste stoffen kunnen ook in één richting worden samengedrukt; zij zullen dan in de andere richtingen enigszins uitzetten (bij een staaf onder druk in de langsrichting zet de dwarsdoorsnede uit). De volumevermindering is dan slechts een derde van wat men zou bekomen met een alzijdige druk (➝Poisson, coëfficiënt van).