Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Commissaris

betekenis & definitie

[Lat. committere, overlaten], m. (-sen),

1. gelastigde, gevolmachtigde, persoon aan wie enig regeringsgezag is overgedragen: een hoge commissaris ; commissaris

van politie,in vele steden de ambtenaar die chef van de politie is;

2. een door de aandeelhouders aangewezen, al of niet deelhebbend persoon belast met het toezicht op de directie van een industriële of financiële onderneming: de commissarissen van de Handelmaatschappij (e) ;
3. hij aan wie als bestuurslid een taak of de uitvoering van een bepaalde last is opgedragen: van een sociëteit.

Alle onder de Ned. Structuurwet vallende vennootschappen zijn verplicht een raad van commissarissen van tenminste drie personen te hebben. Deze vennootschappen zijn alle nv’s en de grote bv’s (d.w.z. met een eigen vermogen van tenminste f 10 mln. en met tenminste 100 werknemers). De benoeming van de commissarissen bij de onder de Structuurwet vallende vennootschappen geschiedt door de raad van commissarissen zelf. De aandeelhoudersvergadering en de ondernemingsraad moeten echter wel met de benoeming instemmen. Bij de kleinere bv’s wordt de wijze van benoemen veelal geregeld in de statuten. De functie van raad van commissarissen is de behartiging van de belangen van zowel de aandeelhouders als van de werknemers.

De taak van de raad is tweeledig, enerzijds het toezichthouden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de onderneming, anderzijds het bijstaan van het bestuur met advies en het helpen vormgeven aan de toekomst van de onderneming door middel van het lange-termijnplan. Daarnaast kunnen in de statuten van de onderneming nog andere taken zijn geregeld, b.v, het goedkeuren van de belangrijke bestuurstaken, het tijdelijk optreden als bestuurder. De commissaris is niet in dienst van de onderneming. Hij vervult zijn functie hoofdzakelijk door zich voor te bereiden op en door het bijwonen van een aantal vergaderingen van de raad. In de praktijk wijzen de commissarissen soms uit hun midden één of meer gedelegeerde commissarissen aan voor het dagelijks contact met het bestuur. Er is een ontwikkeling gaande waarbij de raad van commissarissen voor één derde zal bestaan uit leden resp. namens de vermogensverschaffers, namens de werknemers en namens de overheid.

Bij coöperatieve verenigingen wordt vaak óók een raad van commissarissen aangetroffen. De regeling hiervan wordt grotendeels aan de statuten overgelaten.

Litt.E.Bloembergen, De raad van commissarissen (1974).

De Belg. commissarissen hebben nooit de taak van beheer, maar alleen het toezicht en de controle vallen onder hun competentie, waarvoor zij opdracht krijgen van de algemene vergadering van aandeelhouders. De nv’s, de commanditaire en de coöperatieve vennootschappen die een openbaar beroep doen op het spaarwezen, zijn verplicht één commissaris-revisor aan te stellen, gekozen uit het Instituut der Bedrijfsrevisoren (wet van 1.12.1953). Hun taak is wettelijk vastgesteld en kan niet door de statuten worden gewijzigd. De andere vennootschappen mogen natuurlijk ook hun commissarissen kiezen onder de leden van dit instituut.

< >