Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

Colosseum

betekenis & definitie

eig.: Amphitheatrum Flavium, een groot amfitheater in Rome, gebouwd op de plaats van het kunstmatige meer in het landgoed van keizer Nero’s Domus Aurea. Met de bouw werd begonnen onder keizer Vespasianus in 72.

In 180 werd het ingewijd door zijn zoon Titus. Diens opvolger keizer Domitianus voegde er nog een verdieping aan toe; grotendeels uit zijn tijd dateren ook de gangen en vertrekken onder de arena. Sinds de 8e eeuw wordt het bouwwerk gewoonlijk Colosseum genoemd naar de colossus van Nero, die vroeger bij de ingang van de Domus Aurea gestaan had, maar keizer Hadrianus bij het amfitheater het opstellen. De assen van de ovale plattegrond zijn 188 m en 156 m, de hoogte van de gevel is 48,50 m. De buitenmuur heeft drie rijen van 80 bogen, die telkens gescheiden worden door halfzuilen, beneden met Dorische, in het midden met Ionische en boven met Korinthische kapitelen. Ook de pilasters waarmee de grotendeels gesloten bovenste verdieping geleed is, hebben Korinthische kapitelen.

Er was plaats voor ca. 50 000 toeschouwers. Een gedeelte van de toeschouwersruimte kon worden overdekt met een zeil (velum). Het Colosseum heeft in later tijd veel te lijden gehad van aardbevingen en van het gebruik als steengroeve. In de 19e eeuw werden er door toedoen van verschillende pausen restauratiewerkzaamheden verricht.

LITT. G.Lugli, Das flavische Amphitheater (1971); M.de Maccho, II Colosseo, funzione simbolica, storica, urbana (1971); J.Pearson, Arena, the story of the Colosseum (1974).

< >