(sedert 1728) graaf van, Zuidned. rechtsgeleerde, *28.1.1677 Antwerpen, ♱7.1. 1739 Brussel. In 1711 werd hij raadsheer in de Grote Raad te Mechelen, in 1725 raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden te Wenen.
In 1733 keerde Coloma terug en werd hij voorzitter van de Geheime Raad en de Staatsraad. In de periode 1712-25 verzamelde hij arresten van de Grote Raad van Mechelen, die samen met de verzameling van J.B. Hony in 1781 werden uitgegeven. Aangeraakt door de geest van de Verlichting oefende hij scherpe kritiek uit op sommige gewoonten en instellingen van het ‘ancien régime’, die door de fraaie en duidelijke taal waarin zij verwoord werd, niet onopgemerkt bleef.