Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-07-2019

collector

betekenis & definitie

[Lat.], m. (-s, -en),

1. (natuurkunde) onderdeel van een meetinstrument waarop men (al of niet geladen) deeltjes laat botsen (e);
2. (elektrotechniek) het roterende lichaam (b.v. van een dynamo) dat de stroomverbinding tot stand brengt met een vast lichaam (e);
3. in een bipolaire →transistor die laag die de uitgangsstroom levert.

(E) ELEKTROTECHNIEK. Men kan van de collector twee uitvoeringen onderscheiden: het sleepringlichaam en de commutator. De commutator bestaat uit een groot aantal ten opzichte van elkaar geïsoleerde koperen segmenten, lamellen genaamd, die als duigen van een vat tegen elkaar sluiten en vast tegen elkaar worden geklemd en zo een stevig geheel vormen. Tegen de collector wordt een →-borstel gehouden voor de stroomdoorgang naar het vaste lichaam. NATUURKUNDE. Collector is de algemene benaming voor een veelal metalen onderdeel van een meetinstrument waarop men (al of niet geladen) deeltjes laat botsen. Het aantal en de energie van deze deeltjes verschaft inlichtingen over de aard van de deeltjes of over de toestand van de ruimte waaruit de deeltjes afkomstig zijn. De naam collector wordt ook gebruikt voor een sonde, een instrument, dat dient om het potentiaalverschil te meten tussen een punt in de lucht en op de aarde en dat dezelfde potentiaal aanneemt als de omgeving, waarin het geplaatst is.

De eenvoudigste collector is de spitscollector, een metalen voorwerp, voorzien van een scherpe punt. Dit voorwerp wordt verbonden met de blaadjes van een elektroscoop, waarvan het omhulsel met de aarde is verbonden. Wordt nu de spits gebracht in een punt van de atmosfeer, waar de potentiaal ten opzichte van de aarde positief is, dan wordt er in het lichaam, gevormd door collector en elektroscoop, een elektrische lading geïnduceerd, en wel een negatieve lading bij de spits. Deze zal nu echter van de spits afvloeien, totdat de potentiaal van spits en omgeving dezelfde is geworden. De elektrometer wijst nu het potentiaalverschil tussen het punt van de atmosfeer, waar de spits gebracht is, en het punt op de aarde aan. Een andere collector is de vlamcollector.

In plaats van de spits is het hier een klein vlammetje, dat wegens de ioniserende werking op de lucht, dezelfde potentiaal aanneemt als de omgeving. De druppelcollector bestaat uit een vat, dat geïsoleerd opgesteld is, waaruit een dunne waterstraal vloeit, die zich in vele kleine druppeltjes oplost. Elk druppeltje neemt een zekere hoeveelheid elektriciteit uit het vat weg, totdat de potentiaal gelijk geworden is aan die van de omgeving. De radioactieve collector is in werking enigszins met de vlamcollector te vergelijken. Hierbij wordt de ioniserende werking verkregen door een kleine hoeveelheid van een radioactieve stof.

< >