Frans minstreel, geb. ca. 1210 Noordoost-Frankrijk. In het twintigtal bewaarde liederen toont hij zich een realistisch, altijd authentiek en non-conformistisch dichter, die zijn originaliteit ontleent aan het bezingen van zijn eigen leven: de winters thuis, en de zomer-tournees met heerlijke maaltijden, liefdesaffaires en krenterige broodheren.
Uitgave: door J.Bédier (2e dr. 1938).