m., maat voor faecale besmetting.
(e) De coli-titer is het aantal bacteriën van de soort Escherichia coli dat zich in 1 ml monster bevindt. Omdat E. coli de belangrijkste darmbacterie is van mens en dier, kan men door het aantal coli-bacteriën te bepalen nagaan of het te onderzoeken materiaal besmet is geweest met faecaliën. Het onderzoek naar de coli-titer wordt verricht door een kleine hoeveelheid te onderzoeken materiaal toe te voegen aan een vloeistof waarin E. coli kan groeien. Men kan dan na 48 uur zien of de bacterie al of niet in het materiaal aanwezig was, nl. of de vloeistof troebel geworden, resp. helder is gebleven. Soms is het aantal coli-bacteriën zeer hoog. In verontreinigd water kan het aantal b.v. oplopen tot 1 mln. bacteriën per milliliter. Om dan het aantal te kunnen bepalen moet men het monster eerst een miljoen maal verdunnen en aan dit verdunde materiaal het onderzoek verrichten.
Hoewel E. coli niet ziekteverwekkend is, is het onderzoek naar de coli-titer toch van het grootste belang, omdat het een indruk kan geven omtrent de aanwezigheid van wel ziekteverwekkende soorten. Grote aantallen van E. coli betekenen een grote kans op de aanwezigheid van ziekteverwekkende soorten, die zelf veel moeilijker bepaald kunnen worden. Dit onderzoek wordt zeer veel gebruikt voor het kwaliteitsonderzoek van levensmiddelen (vleeswaren, melk) en van water (drinken zwemwater). Drinkwater mag niet meer dan één colibacterie per milliliter bevatten.
