[Lat., de hemelse], naam van vijf pausen, o.a.:
Coelestinus I (422 —32), heilige, *Campanula, ♱27.7. 432 Rome. Hij bestreed het onafhankelijkheidsstreven van de Afrikaanse bisschoppen, het pelagianisme in Engeland en Gallië en de leer van Nestorius (430). In 431 zond hij gezanten naar het (derde algemene) Concilie van Efese, en stuurde tevens Palladius als missionaris naar Ierland. Feestdag: 6 april.
Coelestinus V (1294), Pietro del Murrone, heilige, *1215 Isernia, ♱19.5.1296 Castello di Fumone. Aanvankelijk benedictijn, trok hij zich als kluizenaar terug op de berg Murrone in de Abruzzen. Uit de gemeenschap van zijn leerlingen ontstond de orde der celestijnen. Tegen zijn wil tot paus gekozen, deed Coelestinus nog in hetzelfde jaar afstand. Hij werd heilig verklaard in 1313. Feestdag: 19 mei. litt. A.Frugoni, Celestiniana (1954); M.Bertram, Die Abdankung Papst Celestinus und die Kanonisten (1968).