Zuidned. schilder, *ca,1480 Leiden (?), †ca.1526 Antwerpen (?). De Cock kan waarschijnlijk worden geïdentificeerd met de figuren Jan van Leyen, die 1503 in Antwerpen het vrijmeesterschap verwierf, en met Jan de Cock, die in 1520 deken werd van het Sint-Lucasgilde.
Friedländer groepeerde een aantal schilderijen op naam van De Cock. Dit oeuvre, dat betwist wordt door Beets en J.G.Hoogewerff, kenmerkt hem als maniërist met een rijke verbeelding, met een opvallende belangstelling voor het landschap (invloed van Patenier) en met een voorkeur voor het fantastische en visionaire (invloed van Hiëronymus Bosch). LITT. M.J.Friedländer, Die alterniederl. Malerei XI (1933); N.Beets, Zestiende-eeuwsche kunstenaars (in: Oud-Holland LIII, 1936).