plantengeslacht, behorend tot de familie Cruciferae, met een twaalftal soorten kruidachtige, witbloeiende planten, in koude en gematigde klimaten van het noordelijk halfrond inheems. In de Benelux komt voor op brakke grond Cochlearia officinalis, lepelblad, dat fijn gewreven naar mosterd ruikt (mosterdolieglucosiden) en bitter smaakt.
Lepelblad was een fameus medicijn tegen scheurbuik in de dagen van de zeilzeevaart. Het is een vierjarige plant, die in het tweede jaar de bloeistengel, met zittende stengelomvattende bladeren, ontwikkelt. Cochlearia-soorten hebben sterk gezwollen hauwtjes, die tweehokkig zijn (in elk hok diverse zaadjes), terwijl de hauwtjes een duidelijke middennerf op de kleppen hebben. Voor mierikswortel ➝ Armoracia.