[→Eng. common business oriented language, algemene op bedrijfs(problemen) gerichte (computer)taal], o., →programmeertaal, in het bijzonder geschikt voor problemen op het gebied van de →administratieve gegevensverwerking.
(e) In cobol zijn de gebruikte uitdrukkingen aan het Engels ontleend, zodat een programma betrekkelijk leesbaar is voor de ervaren buitenstaander, en als zodanig een goede documentatie van de geprogrammeerde procedure. Bovendien bestaan voor vrijwel alle computers →bedrijfssystemen die een cobolprogramma kunnen doen omzetten in een voor die computer uitvoerbare vorm (→compileren). Cobol is in 1960 voortgekomen uit een samenwerking van Amerikaanse computerfabrikanten en -gebruikers, op initiatief van de overheid, die speciaal met het herschrijfprobleem geconfronteerd werd, omdat zij niet alleen toen al een van de grootste gebruikers was, maar bovendien uit neutraliteitsoverwegingen aan alle fabrikanten een kans moest geven en dus met verschillende machinetypes vaak identieke procedures had te automatiseren. LITT. D.D.McCracken, A guide to cobolprogramming (1966); W.B.C.Ebbinkhuijsen, Cobol (1972).