een oudchristelijke roman over de reizen van Petrus, zijn strijd met Simon Magus en de bekering van Clemens, die, gescheiden van zijn familieleden, hen na allerlei avonturen weer terugvindt. Ten onrechte wordt dit werk aan deze Clemens, op wiens naam trouwens heel veel geschriften gesteld zijn (→Clemens), toegeschreven (daarom spreekt men ook van de Pseudoclementinen).
Het werk is in twee vormen overgeleverd: in het Grieks 20 Homiliën met twee brieven aan Jacobus en Diamartyria van Jacobus; in Latijnse vertaling van Rufinus 10 boeken Recognitiones (= herkenningen, een bekend antiek romanmotief). Daarnaast bestaat nog een uittreksel (Epitome). In de tegenwoordige vorm stammen deze geschriften uit de tweede helft van de 4e eeuw. Algemeen neemt men aan, dat ze waarschijnlijk teruggaan op een oorspronkelijk werk uit de 2e eeuw. De eigenaardige theologie, b.v. over Jezus als de ‘ware profeet’, maakt dit werk van groot belang. De mening dat de Clementinae de opvattingen zouden weergeven van joden-christenen uit de apostolische tijd, heeft geen aanhangers meer. Uitgaven: Homiliën, door B.Rehm, J.Irmscher en F.Paschke (2e dr. 1967); Recognitiones, door F.Paschke (1965); Ned. vert. door H.U.Meyboom, De Clemensroman (1902—04).LITT. O.Cullman, Le problème littéraire et historique du roman ps.-clémentin (1930); H.J.Schoeps, Theologie und Geschichte des Judenchristentums (1949); G.Strecker, Das Judenchristentum in den Pseudoklementinen (1958).