Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Clematis

betekenis & definitie

plantengeslacht, behorend tot de familie →Ranunculaceae, met ca. 200 soorten klimmende heesters (zelden niet klimmende kruiden), wereldwijd verspreid. Blad meestal tegenoverstaand, meestal samengesteld.

Bloemen klein (in rijkbloeiende pluimen) of groot (tot 15 cm in doorsnede). Talrijke meeldraden en vruchtbeginsels waarvan de stijlen zich tijdens de vruchtrijping sterk verlengen tot een (zijdeachtige) behaarde staart. Inheems is Clematis vitalba, bosrank, vooral op kalk; zij komt zuidelijker in heel Europa voor, een sieraad langs de wegen met haar massa’s witte bloempjes (en zilveren vruchtstanden). Scherp, giftig! Vele soorten worden in tuinen en kassen gekweekt in talloze kwekersvariëteiten, b.v. C. jackmanii, een kruising tussen C. lanuginosa (China) en C. viticella (Zuid-Europa), met paarse, 4—5 bladige, grote bloemen. C. flammula (Zuid-Europa) vindt men eveneens in tuinen (blad dubbel geveerd, bloempjes wit, geurend). Tegen muren te kweken; de bodem boven de wortels moet steeds vrij koel blijven.

< >