Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Cilicië

betekenis & definitie

(Lat. Cilicia), in de oudheid het gebied in Klein-Azië, dat zich uitstrekte langs de kust van de Middellandse Zee, in het westen en noorden begrensd door de Taurus en in het oosten door het Amanusgebergte.

Het westen is bergachtig, bosrijk en heeft een ruw klimaat; het vlakke gedeelte heeft wijnen katoenbouw. De Cilicische Poort (Turks: Gülek Bogaz) is een belangrijke bergpas in het Taurusgebergte.GESCHIEDENIS. Blijkens archeologische vondsten in Mersin (Içel) en →Tarsus werden delen van Cilicië reeds vroeg bewoond (Neolithicum). Rond de 16e eeuw v.C. komt het toen Kizzuwatna genoemde gebied via Hettitische teksten in de geschiedenis. Het had een sterk Luwische bevolking en was een onafhankelijk bondgenoot van de Hettieten. Spoedig nam de Hoerritische infiltratie toe en na tijdelijke overheersing door de Mitanni werd het ca.1370 v.C. een deel van Hettitische rijk. Door de ondergang van het Hettitische rijk en door de komst van de Zeevolken maakte het gebied grote veranderingen door.

Achaïsche (Griekse) kolonisten vestigden zich in het gebied rond Adana. De Assyriërs deden zich voor het eerst ca.850 v.C. gelden en daarna tussen ca.730 en 650 v.C., als het gebied zich soms moest onderwerpen aan aanvallers, of soms ook tegen aanvallers (o.a. de Frygiërs en Kimmeriërs) steun zocht bij Assyrië. Ook de Babyloniërs trachtten er vaste voet te houden, blijkens berichten van Herodotos en de veldtocht van Neriglissar (556 v.C.) om de vorst van Choeme, die de Cilicische Poort beheerste, te helpen. De inheemse dynastie wist zich in de 6e en 5e eeuw v.C. te handhaven onder Perzische suzereiniteit.

Cilicië werd in 333 v.C. veroverd door Alexander de Grote. Na diens dood (323 v.C.) was het meestal een deel van het Seleukidenrijk. Verscheidene Griekse steden werden er gesticht. Reeds lang woonden er vele joden. In 102 v.C. werd Cilicië veroverd door de Romeinen, die de zeerovers in het ruige westelijke deel wilden bestrijden. Pas Pompeius wist hen ca.67 v.C. onschadelijk te maken door hen in het binnenland als boeren te vestigen.

In de Romeinse Keizertijd was Cilicië een bloeiende Romeinse provincie. In de 7e-9e eeuw lag het land vaak in de frontlinie tussen Byzantijnen en Arabieren, die het bezetten. Tijdens de kruistochten was het korte tijd een zelfstandig rijk (Armenia Minor, naar de vele Armeniërs die er zich gevestigd hadden). Na islamitische overheersing is Cilicië sinds het begin van de 16e eeuw Turks, met een kort intermezzo van Franse invloed (1920—21). LITT. B.Landsberger, Sam’al (1949); D.Magie, Roman rule in Asia Minor (1950); J.D.Bing, A history of Cilicia during the Assyrian period (1969); L.Budde, Antike Mosaiken in Kilikien (2 dln. 1969-72).

< >