Nikita Sergejevitsj, Russisch politicus, *16.4.1894 Kalinovka (Koersk), †ll.9.1971 Moskou. Chroesjtsjov diende tijdens de Russische Burgeroorlog in het Rode Leger (1918—21).
Daarna studeerde hij techniek en bekleedde hij lokale functies in het partijbestuur van de Communistische Partij van de Oekraïne. In 1932 werd hij tweede secretaris van de Moskouse partijorganisatie. Chroesjtsjov genoot vooral protectie van →Kaganovitsj, die hij in 1935 als eerste partijsecretaris van Moskou opvolgde. In 1938 werd Chroesjtsjov partijsecretaris van de Oekraïne en in 1939 lid van het Politbureau. Tijdens de Tweede Wereldoorlog fungeerde hij als politieke commissaris van de Sovjetlegers aan het zuidelijk front. In 1949 werd Chroesjtsjov secretaris van het Centrale Comité te Moskou.
In die hoedanigheid was hij vooral op agrarisch gebied actief. Na Stalins dood (1953) werd Chroesjtsjov eerste partijsecretaris, in 1958 tevens premier. De eerste twee jaren na Stalins dood bleek Chroesjtsjov nog geneigd te zijn om het beleid van zijn voorganger voor een groot deel voort te zetten. Evenals Stalin wilde hij voorrang geven aan de ontwikkeling van de zware industrie. In 1955 zocht hij echter toenadering tot het ‘titoïsme’, waarna de →destalinisatie snel op gang kwam. Door zijn soms ontactvolle optreden en zijn politiek van destalinisatie wekte Chroesjtsjov steeds meer weerstanden op in de Sovjethiërarchie.
In okt. 1964 werd hij afgezet en moest hij zich geheel uit het openbare leven terugtrekken. Werken: Khrushev remembers (2 dln. 1971-74).LITT. E.Crankshaw, Khrushev (1966); M.Frankland, Khrushev (1966); R.Swearingen (red.). Leaders of the communist world (1971).