Een in 1922 in Duitsland gestichte en in verschillende landen werkzame gemeenschap, die streeft naar een vernieuwing van het religieuze leven op christelijke, niet-confessionele grondslag. Deze grondslag wordt gevormd door de vernieuwde sacramenten: doop, jeugdwijding, biecht, avondmaal, huwelijkswijding, priesterwijding, stervenswijding.
In het middelpunt van het gemeenschappelijke religieuze leven staat de mensenwijdingsdienst. De eenheid van de gemeente ontstaat door de eredienst en ligt niet in de instemming met een bepaalde geloofsbelijdenis. In alle vraagstukken van wereldbeschouwing en levensopvatting heerst vrijheid van gedachte en geweten. De Berlijnse predikant F. Rittelmeyer, één der stichters, was in de eerste jaren de leidende figuur van de beweging. Op theologisch gebied werkt zij met de methoden van de antroposofische ‘geesteswetenschap’, zoals die door R.
Steiner uitgewerkt zijn. Tussen de christengemeenschap en de bestaande christelijke kerken en groepen bestaat geen tegenstelling. In Nederland werkt de beweging sinds 1926; er zijn gemeenten in verschillende steden.LITT. F. Rittelmeyer, Meine Lebensbegegnung mit Rudolf Steiner (1928); F. Rittelmeyer, Aus meinem Leben (1957).