Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

christendom (kristendom)

betekenis & definitie

o., de christelijke godsdienst: het aannemen, tot het — overgaan, zich laten dopen; in vager betekenis: het geheel van de christelijke waarheden, voorschriften en gebruiken.

ⓔ Het christendom is de godsdienst die voortgekomen is uit het optreden, de prediking, en het handelen bij het begin van onze jaartelling van de rabbi ➝Jezus van Nazareth, die volgens het NT zichzelf heeft en door zijn volgelingen werd beschouwd als de Messias, d.i. Christus, d.i. de (door God) gezalfde (vorst) en de Kurios, d.i. Heer van het Koninkrijk van zijn Vader. Vooral in zijn lijden en sterven en in zijn opstanding heeft dit Messiasen Kurios-zijn zich gemanifesteerd. Volgens hetzelfde NT, zou na zijn heengaan het werk worden voortgezet door de Heilige Geest, die de mensen doet geloven in Jezus, de Heer, en roept tot de gemeente, de kerk, die in de wereld Christus en zijn werk dient te representeren, totdat deze eenmaal zijn rijk van het gave bestaan en van gerechtigheid zal voltooien.

Al in de eerste eeuw zijn er verschillende vormen van christendom geweest; hun aantal is in de loop der eeuwen nog aanzienlijk toegenomen. Hier wordt slechts een aantal punten genoemd ten aanzien waarvan de meningen uiteenliepen en -lopen.

Het heilige boek. De oude christelijke kerk kende als heilige schrift het OT, overgenomen uit het jodendom; daarbij kwamen in de loop van de tijd andere geschriften, waarvan wij nu een gedeelte kennen als het NT. Hoe diende het OT te worden uitgelegd? Wat was de verhouding tussen OT en NT? De geschriften van het NT beklemtoonden ten minste verschillende accenten; welke daarvan waren het belangrijkst? In de laatste eeuwen kwam daar nog bij het probleem van de verhouding van de bijbel als enerzijds een reeks geschriften behorend tot de Israëlitisch-joodse en christelijke litteratuur en anderzijds als ‘het woord van God’. Wat betekenen in de bijbel begrippen als zonde, verzoening, verlossing, bekering en heiliging?

Godsleer. De bijbel spreekt van de God, Vader, Zoon en H. Geest. Daarmee is gegeven het probleem van ➝monotheïsme, tritheïsme en triniteit. Prevaleert de Vader, de Zoon of de Geest (b.v. unitariërs, Jezus-religie, pinksterkerken)?

Kerk. Wat is de verhouding van de kerk tot het koninkrijk van God en van de zichtbare tot de onzichtbare kerk, van individu en gemeenschap? Vragen betreffende kerkstructuur: episcopaal (probleem van het pausschap), presbyteriaal en congregationalistisch; vragen betreffende kerkorden en betreffende kerk en sekte.

Sacramenten. Vragen rond: aantal (twee of zeven), doop (kinder-, volwassen-, geestesdoop), avondmaal en eucharistie, betekenis en waarde van de sacramenten.

Verhouding van kerk en wereld. Kerk en maatschappij (➝secularisatie), kerk en nationale en internationale politiek, kerk en ras, verhouding christendom en wereldgodsdiensten.

Eschatologie. Opstanding en/of onsterfelijkheid; wederkomst van Christus al of niet gerealiseerd? Koninkrijk Gods in hemel of op aarde, en welke gestalte heeft dit? [prof.dr.D.J. Hoens] LITT. K.S. Latourette, A hist. of the expansion of christianity (7 dln. 1938-45); A. Toynbee, Het christendom tussen de wereldgodsdiensten (1958); R.

Guardini, Das Wesen des Christentums (1958); J. van den Berg, Drie typen evoluerend christendom (1965); R. Adolfs en J. Sperna Weiland, De toekomst van christendom en cultuur (1968); P. Tillich, A history of christian thought (1968), H. de Lubac, La foi chrétienne (1969); W.H. van de Pol, Het einde van het conventionele christendom (1969); J. van der Veken enz., Christendom en secularisatie (1970); T. Rendtorff, Christendom buiten de kerk (1972).

< >