Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Chopin

betekenis & definitie

Frédéric François, eigenlijk: Fryderyk Franciszek, Pools-Frans componist, *22 februari 1810 te Zelazowa Wola (bij Warschau), ♱l7 oktober 1849 te Parijs; zoon van een Franse vader en een Poolse moeder.

Chopin studeerde piano bij A.Zywny en compositie bij J.Elsner, de directeur van het conservatorium te Warschau, waar hij van 1826—29 zijn studie voortzette. Reeds in 1818 trad hij op als pianist en in 1825 debuteerde Chopin met zijn eerste compositie, het Rondo in c-kl.t., op.1. In 1830 werd het pianoconcert in f-kl.t. met furore in Warschau uitgevoerd. In hetzelfde jaar vertrok Chopin via Wenen naar Parijs, waar hij bleef wonen. Hij was gevierd als pianist, componist en pedagoog, en was bevriend met o.a. F.Liszt, H.Berlioz, Delacroix, H.Balzac en Heine. Van 1836—47 was Chopin intiem bevriend met de schrijfster George ⟶Sand.

Afgezien van enkele kamermuziekwerken en een aantal liederen heeft Chopin zich als componist m.n. op de piano geconcentreerd. Hoewel hij nog steeds geldt als de belangrijkste Poolse componist, heeft hij echter, behalve vele polonaises en mazurka’s, weinig Poolse volksmuziek geschreven. Maar in zijn melodiek kan men wel enige Poolse karakteristieken onderscheiden. De belangrijkste invloeden onderging hij van J.N.→Hummel (arabeskachtige melodiek, cantilene), JohnField (nocturnes), N.⟶Paganini (virtuositeit) en J.S. ⟶Bach (polifone schrijfwijze). Chopin, die harmonisch en pianotechnisch zijn tijd ver vooruit was, heeft de voornaamste grondslagen voor de moderne pianistiek gelegd. Zijn invloed op F.⟶Liszt, A.N.⟶Skrjábin en S.V.⟶Rachmaninov, maar ook op C. A.⟶Debussy, is bijzonder groot geweest. Chopins populariteit in de gehele wereld is nog steeds uniek te noemen. Composities: piano en orkest: 1e pianoconcert (1830), 2e pianoconcert (1829), variaties op Là ci darem (Mozart, Don Giovanni; 1830), concertrondo Krakowiak (1834), piano: vele polonaises en mazurka’s, drie pianosonates (1828, 1839 en 1845), 24 préludes op.28 (1839), 24 études op.10 en 25 (1833; 1837), 19 nocturnes, 19 walsen, 4 scherzi, 4 ballades, impromptus, Berceuse op.57 (1845), Barcarolle op.60 (1846); kamermuziek: pianotrio (1834), cellosonate (1846); liederen: 17 Poolse liederen op.74. Uitgave: Correspondance recueillie, door Sydow (3 dln. 1953—60). . LITT. C.Wierzynski, The life and death of Chopin (1949); G.Abraham, Chopin’s musical style (1960); M.Querlin, Chopin (1962).

< >