Chomsky

betekenis & definitie

Avram Noam, Amerikaans filoloog, *7 december 1928 te Philadelphia (Pennsylvania). Chomsky studeerde aanvankelijk bij de linguïst Zellig S.Harris bij wie hij ook in 1955 promoveerde. Sedert dat jaar is hij verbonden als hoogleraar aan het Massachusetts Institute of Technology (Cambridge, Massachusetts). Chomsky werd de grondlegger van de zgn. transformationeel-generatieve grammatica (→taalwetenschap). Door zijn boek Syntactic structures, het eerste van een serie snel internationaal bekend geworden publikaties, heeft hij aan de taalwetenschap in de VS een nieuwe wending gegeven, en ook buiten het Angelsaksisch taalgebied een grote invloed op de taalwetenschap uitgeoefend. Chomsky heeft van jongs af aan een grote politieke belangstelling gehad en behoort al jaren tot de scherpste critici van de Amerikaanse politiek, in het bijzonder met betrekking tot de oorlog in Vietnam. Sedert 1970 is de kritiek op de grondslagen van de Chomskyaanse taalopvatting sterk toegenomen, terwijl ook binnen de transformationeel-generatieve grammatica in de VS andere standpunten dan dat van Chomsky de overhand lijken te krijgen. Werken: Syntactic structures (1957), Current issues in linguistic theory (1964), Aspects of the theory of syntax (1965), Cartesian linguistics (1966), Language and mind (1968, drie lezingen; Ned. vert. 1970); Studies on semantics in generative grammar (1972, drie studies over moderne stromingen binnen de transformationeel-generatieve stromingen); politiek: American power and the new mandarins (1969; Ned. vert. 1970); For reasons of state (1970), The backroom boys (1973). . LITT. J.Lyons, Chomsky (1970).