v./m. (-n), cel van een schimmel met sterk verdikte wand.
(e) Chlamydosporen vertegenwoordigen meestal een ruststadium van de schimmel, dat tegen ongunstige uitwendige omstandigheden bestand is. Chlamydosporen van plantepathogene schimmels kunnen lange tijd in de grond kiemkrachtig blijven. In het algemeen komen zij pas tot kieming, wanneer zij onder invloed komen van verbindingen die door een wortel van een plant in de grond worden afgescheiden. Als deze plant een ➝waardplant van de schimmel is, kan infectie van de wortel het gevolg zijn.