Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

chiton

betekenis & definitie

[➝Gr. chitoon], m. (-s), kledingstuk van de oude Grieken.

(c) De chiton was in het oude Griekenland het meest gedragen kledingstuk, vervaardigd van linnen of katoen, soms van wol. De chiton werd door mannen en vrouwen als onderen als bovenkleding gebruikt. Bij de vrouwen werd de chiton gedragen in de vorm van de ➝peplos. De Doriërs die oorspronkelijk hun eigen peplos gewend waren, droegen de chiton op peploswijze. De chiton bestond uit twee zeer grote lappen stof waarbij de spanwijdte van hand tot hand bij uitgespreide armen door een sluitspeld op elke schouder gereduceerd werd tot de helft. De Ioniërs droegen de chiton als een zeer wijd cilindervormig kledingstuk, waarbij de spanwijdte door middel van spelden of knoopjes gereduceerd werd tot ca. twee derde, waardoor ‘valse’ mouwen ontstonden.

In beide gevallen werd de stof aan de bovenzijde, vóór het vastspelden, omgeslagen, zodat de stof om het bovenlichaam dubbel was. Door de stof tussen twee gordels bij de heupen uit te trekken, ontstond daar een overbloezende rand (kolpos). ➝fibula.

< >