Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-07-2019

chirurgie

betekenis & definitie

[➝Gr. cheirourgia, beoefening van handwerk], v., heelkunde, de tak van de geneeskunst die ziekelijke afwijkingen geheel of gedeeltelijk behandelt met bloedige of onbloedige kunstbewerkingen.

(e) Onder bloedige kunstbewerkingen verstaat men in de chirurgie operatieve ingrepen; onder onbloedige het zetten van beenbreuken of van ontwrichtingen, het aanleggen van gipsverbanden, enz. De uitoefening van de chirurgie steunt in de eerste plaats op kennis van de anatomie, de fysiologie en de pathologie; de laatste jaren zijn echter ook biochemische veranderingen, die zich in de patiënt voltrekken als gevolg van ziekten en heelkundige ingrepen, het onderwerp van veel studie.

De ontwikkeling van de moderne chirurgie is begonnen in de 19e eeuw na het invoeren van de ➝narcose en van de ➝antisepsis. De ontdekking van de röntgenstralen is voor de chirurgie van grote betekenis gebleken, o.a. bij de behandeling van beenbreuken. Nieuwe vorderingen heeft de chirurgie gemaakt gedurende de laatste wereldoorlogen. Sedert de Tweede Wereldoorlog kan ook het hart operatief behandeld worden. De snelle ontwikkeling van de laatste jaren berust niet alleen op uitbreiding van de operatief-technische mogelijkheden, en op betere vooren nabehandeling van de patiënt, die het gevolg van een breder fysiologisch en biochemisch inzicht zijn, maar vóór alles is het de verbeterde narcosetechniek geweest die de successen van de moderne chirurgie heeft mogelijk gemaakt. Bloedtransfusie en antibiotica zijn onmisbare hulpmiddelen geworden.

Voorts heeft de vorming van chirurgische werkgroepen, die zich bezighouden met onderzoek en behandeling van speciale afwijkingen, krachtig bijgedragen tot de hedendaagse bloei. Aangezien de chirurgie door niemand meer in haar volle omvang kan worden uitgeoefend, is zij gesplitst in een aantal afzonderlijke specialismen. Zo houdt de orthopedie zich bezig met de chirurgie van het skelet en het bewegingsapparaat, de urologie met de chirurgische behandeling van ziekten van de nieren, de blaas en de mannelijke geslachtsorganen. De plastische chirurgie legt zich toe op het herstel van aangeboren of verworven afwijkingen aan het lichaamsoppervlak. De neurochirurgie heeft het zenuwstelsel, vooral de hersenen, tot arbeidsterrein. De thoraxchirurgie behandelt afwijkingen aan hart, longen, slokdarm en grote in de borstkas gelegen bloedvaten.

Operaties aan oren, neus en keel worden verricht door de neus-keelen oorarts, de operaties aan de ogen door de oogarts. Operatieve behandeling van de vrouwelijke geslachtsorganen geschiedt in de regel door de vrouwenarts.

De chirurgische diagnostiek bedient zich van dezelfde hulpmiddelen als de overige takken van de geneeskunst. Na het kennisnemen van de klachten van de patiënt (anamnese) volgt het lichamelijk onderzoek. Röntgenfotografie, alsmede laboratoriumonderzoek van urine en bloed, kunnen belangrijke of soms onmisbare gegevens verschaffen. Het uitsnijden van stukjes weefsel voor microscopisch of bacteriologisch onderzoek vormt een specifiek onderdeel van de chirurgische diagnostiek (➝biopsie). Bij acute gevallen is de chirurg gedwongen in korte tijd tot een diagnose te komen of althans tot het inzicht of de patiënt al dan niet geopereerd moet worden. Soms ligt de beslissing voor de hand, b.v. in het geval van een beklemde breuk of van een verwonding, maar in andere gevallen, zoals een plotseling optredende buikpijn, kan ze uiterst moeilijk te nemen zijn.

Is eenmaal besloten, tot operatie over te gaan, dan wordt de patiënt zo goed mogelijk voorbereid en vervolgens naar de operatiekamer gebracht, waar onder aseptische voorzorgen, onder narcose of plaatselijke verdoving de ingreep wordt verricht. Acute, spoedeisende, gevallen zijn b.v. een blindedarmontsteking of een doorgebroken zweer van de maag, omdat uitstel van behandeling het grote gevaar van een buikvliesontsteking inhoudt. Ook de afsluiting van een deel van het darmkanaal door b.v. een gezwel of door de beklemming in een breukpoort, kan onverwijld openen van de buikholte noodzakelijk maken. Voorts kan een spoedoperatie nodig zijn na beschadiging van een inwendig orgaan ten gevolge van een ongeval; in zo’n geval dreigt het gevaar van verbloeding. Bij de niet-acute gevallen worden speciale problemen geschapen door de kwaadaardige gezwellen, aangezien deze de eigenschap hebben dochtergezwellen door het lichaam te verspreiden via de bloedof Iymfvaten. Voor een afdoende (of curatieve) behandeling is het dus noodzakelijk niet alleen de oorspronkelijke tumor te verwijderen, maar ook de eventuele uitzaaiingen.

Uitgebreide operaties zullen hiervoor soms noodzakelijk zijn. Een ingreep die erop gericht is het lijden te verlichten zonder dat een genezing tot stand kan worden gebracht, noemt met een palliatieve operatie. Soms is zelfs een palliatieve ingreep niet uitvoerbaar, b.v. als het gezwel te veel vergroeid is met omgevende weefsels. Men noemt de aandoening dan inoperabel.

Van de operaties in de buikholte zijn die aan de spijsverteringsorganen de meest voorkomende. De grondslag van de maag-darm-chirurgie is de ➝darmnaad, waarmee men een geopende darm weer sluit, de uiteinden van een doorgesneden darm verenigt, of een verbinding maakt tussen de maag en de dunne darm, tussen twee delen van de dikke darm, enz. De heelkundige behandeling van galstenen behoort te bestaan uit het verwijderen van de galblaas. De galblaas is nl. nauw betrokken bij de vorming van galstenen en vaak zodanig ontstoken dat haar fysiologische functie geheel verloren is gegaan. De alvleesklier is door haar ligging moeilijk voor operatieve ingrepen toegankelijk. Toch is de laatste jaren verwijdering van de pancreaskop (in hoofdzaak wegens een gezwel) meer en meer gebruikelijk geworden.

Bij deze operatie moet met de kop van de pancreas ook de twaalfvingerige darm die de kop omvat, worden weggenomen. Een lager gelegen deel van de dunne darm wordt vervolgens omhooggehaald en met het uiteinde verbonden met de rest van de alvleesklier. Tenslotte worden de maag en de galafvoerwegen zijdelings in deze darm geïmplanteerd.

Een zgn. blindedarmoperatie (➝appendicitis), eigenlijk de verwijdering van het wormvormig aanhangsel van de blindedarm, geschiedt door dit darmgedeelte aan zijn basis af te binden en af te snijden. De resterende stomp wordt in de blindedarm ingestulpt en daarna met het bekledende buikvlies overhecht.

Na de invoering van antibiotica, die de darmflora ‘steriliseren’, is resectie (verwijdering) van gedeelten van de dikke darm veel minder gevaarlijk dan vroeger. Een speciale moeilijkheid wordt geboden door een gezwel dat laag in de endeldarm dicht bij de anale opening is gesitueerd. Veelal is het na verwijdering van dit gezwel met het omgevende darmgedeelte niet mogelijk de continuïteit van de darm te herstellen met behulp van een darmnaad. De chirurg ziet zich dan gedwongen de dikke darm eindstandig in de buikwand te plaatsen om een nieuwe uitgang te verschaffen voor de ontlasting. (➝anus praeternaturalis). De patiënt moet daarna een ➝receptaculum dragen.

Sinds de Tweede Wereldoorlog staan ook de grote bloedvaten in de belangstelling van de chirurg (➝bloedvatenchirurgie). Hetzelfde kan gezegd worden van de thoraxchirurgie. De borstholte (thorax) is door de eigenaardigheid dat de druk in de pleuraholte iets lager is dan de atmosferische druk (met het gevaar van longcollaps) lange tijd ontoegankelijk geweest voor de chirurg. De moderne narcosetechnieken hebben deze moeilijkheid weten te overwinnen. ➝narcose.

Zeer spectaculair is de ontwikkeling van de chirurgie van het hart en de grote in de borstholte gelegen bloedvaten geweest; steeds meer aangeboren en verworven afwijkingen zijn voor operatieve correctie geschikt gebleken (➝hartchirurgie).

Twee specialistische groepen in de chirurgie spelen een zeer belangrijke rol, de frontchirurgie en de traumatologie. In feite betreft het één onderdeel van de heelkunde, de gewondenverzorging. De frontof oorlogschirurgie wordt onder vaak zeer moeilijke omstandigheden uitgeoefend, dichtbij het slagveld, in tenten, in geïmproviseerde operatieen behandelruimten, of op oorlogsschepen. Zij omvat evenals de traumatologie die de gewondenzorg in vredestijd betreft, de gehele chirurgie. Veelal zijn er tegelijkertijd vele soorten verwondingen bij dezelfde patiënt. Zowel bij de frontchirurgie als bij de traumatologie bestaat het streven de gewonden te vervoeren naar behandelingscentra, waar specialisten in alle onderdelen van de chirurgie aanwezig zijn. De grootste eisen aan het organisatievermogen stellen massale ongelukken, zowel in oorlogsals in vredestijd.

litt. P.A.A.Klok, Chirurgie (1974).

< >