Gilbert Keith, Engels schrijver, *29. 5. 1874 Londen, f14.6.1936 Beaconsfield. Chesterton begon als kunstcriticus, leverde enkele decennia lang regelmatig bijdragen voor The Illustrated London News, schreef tal van biografieën, romans, essays en detectiveverhalen.
Onder invloed van Belloc werd hij een bestrijder van allerlei moderne wetenschappelijke en sociale tendensen (darwinisme, eugenetica, collectivisme, grootkapitalisme) met sterke neiging tot de middeleeuwse sociale geborgenheid en een krachtig pleidooi voor het gezag dat steunt op de religie en kleine geneugten.In 1922 werd hij rooms-katholiek. Zijn paradoxen hadden vooral de functie de sleur te doorbreken. Zijn beste creatie is Father Brown, de priester-detective.
Werken: The wild knight (1904), Dickens (1906), The man who was Thursday (1907), Orthodoxy (1908), What’s wrong with the world (1910), The innocence of Father Brown (1911), The flying inn (1914), The everlasting man (1925), The outline of sanity (1926), The Father Brown stories (1929), Saint Thomas Aquinas (1933), Autobiography (1936). Veel van zijn Father Brownverhalen zijn verfilmd.
LITT. E.Cammaerts, The laughing prophet (1937); A.M.A.Bogaerts, Chesterton and the victorian age (diss. 1940); H.Belloc, On the place of Chesterton in English letters (1940); H.Kenner, Paradox in Chesterton (1948); J.J.Sullivan, G.K. Chesterton (1958; bibl.); D.Barker, G.K.Chesterton (1973).
