v. (-en), in de Rooms-Katholieke Kerk de ca.1960 gebruikelijk geworden ben. voor de (inter)parochiële instellingen die de christelijke charitas beoefenen.
De charitas-instellingen stellen middelen ter beschikking voor de leniging van noden (ook buiten de eigen parochie). Eenmaal wettig opgericht, vormt de charitas-instelling een zelfstandig onderdeel van het rooms-katholieke kerkgenootschap. Binnen een bisdom worden de charitas-instellingen overkoepeld door de Diocesane Kerkelijke Charitas-instelling (DKCI).