[Fr.], v./m. (-s),
1. (historische stijl) ambt, bediening;
2. (handel) overeenkomst tussen bevrachter en schipper over de aard en de bestemming van de vracht en de vrachtsom;
3. gesloten aanval van de cavalerie, ook van de politie: een charge met de blanke sabel uitvoeren;
4. overdreven, belachelijk makende voorstelling (zwakker dan karikatuur);
5. getuigen à charge, getuigen ter bezwaring;
6. (techniek) volledige vulling met erts en brandstof van een hoogoven.
De charge is een vroegere aanvalsvorm van de cavalerie, waarbij de ruiterij bewapend was met de blanke sabel en (of) het pistool. Tot aan de Tweede Wereldoorlog (1939—45) werd in de krijgskunde met de mogelijkheid van deze aanvalsvorm rekening gehouden bij een verrassend en doortastend optreden van kleine eenheden. Tijdens de Russische wintercampagnes van 1941—42 en 1942—43, toen natuurlijke omstandigheden de inzet van moderne wapens nagenoeg onmogelijk maakten, werden er van de zijde van het Rode Leger nog charges uitgevoerd. Thans wordt het optreden van de politie met de blanke sabel of de wapenstok nog altijd charge genoemd.