[Fr. faire chanter quelqu’un, iemand een liedje laten zingen, over de brug laten komen], v., geldafpersing door bedreiging met openbaarmaking van ware of verzonnen feiten die de goede naam schade kunnen doen: chantage plegen.
In de Ned. wetgeving heet chantage afdreiging: het, met het doel zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad (schrift) of openbaring van een geheim, iemand dwingen hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een vordering. Volgens het Ned. Wstr (art. 318) is het strafbaar met maximaal drie jaar gevangenis. Dit misdrijf wordt alleen vervolgd op klacht van benadeelde.
In België valt chantage onder afpersing.