[Fr., onvindbare kamer, (ironisch:) zo vindt men er geen tweede], de spotnaam die Lodewijk XVIII van Frankrijk gaf aan de Franse Tweede Kamer die van 7.10.1815—5.9.1816 bijeen was. Zij bestond vrijwel uitsluitend uit ultra-royalisten die een herstel van het Ancien Régime wilden bewerkstelligen, tegen alle vernieuwingen sinds de Franse Revolutie in.
Op verzoek van de Grote Alliantie werd de Chambre introuvable ontbonden.