[de planetoïde Ceres1, in 1801 ontdekt], o., symbool Ce, scheikundig element.
Cerium is een in 1803 tegelijkertijd door M.H. Klaproth, W. Hisinger en J.J. Berzelius ontdekt, betrekkelijk zeldzaam metaal. De dichtheid is 6670-8230 kg/m3 afhankelijk van de allotrope modificatie (aangegeven door α, β, y en δ), waarin het zich bevindt. Cerium hoort thuis in de groep van de lanthaniden of zeldzame aarden.
De gele tot rode ceroverbindingen wijken in kristalvorm en oplosbaarheid sterk af van de verbindingen van de overige zeldzame aardmetalen, waardoor zij gemakkelijk in deze vorm worden afgescheiden. Het vrije metaal kan door elektrolyse van gesmolten, watervrij ceriumchloride worden bereid.
Cerium heeft de kleur en de glans van ijzer en is ongeveer zo hard als tin. Men kan het goed snijden, walsen en persen. Kleine losgeraakte deeltjes verbranden spontaan aan de lucht. Cerium vormt twee oxiden, Ce2O3 en CeO2. Het Ce4+-ion gaat gemakkelijk over in het Ce+3-ion; daarom zijn de Ce(IV)-zouten krachtige oxidatiemiddelen. Voorkomen.
In de aardkorst komt cerium voor met gemiddeld 100 g/t, d.i. méér dan de abondantie van b.v. lood. Met de overige elementen van de zeldzame aarden, en de elementen yttrium en thorium tezamen is het geassocieerd met alkali-granietgesteenten. Daarin komt het voor als fosfaat in het wijd verbreide mineraal monaziet en in de vorm van silicaten, waaronder ceriet. De ceriummineralen zijn bestendig tegen verwering en kunnen plaatselijk gevonden worden in natuurlijke alluviale concentraties.
Ertsen. Voor de winning van de zeldzame aarden, maar mede voor thorium en yttrium zijn de zgn. monazietzanden de belangrijkste bron, d.w.z. voor een 14-tal elementen waarvan de onderlinge scheiding een moeilijk en kostbaar proces is. De monazietzanden worden als alluviale strandafzettingen ontgonnen aan de kusten van o.a. India, Zuid-Afrika en Brazilië. De wereldproduktie van de gezamenlijke ZA-metalen, uitgedrukt in concentraten met 60% van de oxiden van deze metalen, bedraagt ca. 40000 t per jaar (1974) en de wereldreserve van deze concentraten wordt geraamd op ca. 20 mln. t. Toepassingen.
Cerium bezit specifieke, overwegend fysische eigenschappen voor o.m. gebruik in gloeikousjes voor gasverlichting, in vuursteentjes voor aanstekers, in katalysatoren en als halfgeleiders. Het grootste verbruik is echter in metaallegeringen voor bijzondere doeleinden, ook als oxide voor bijzondere glassoorten en keramische produkten. In de meerderheid van deze toepassingen is de moeizame afzondering van cerium van de begeleidende zeldzame aarden niet vereist, en kan volstaan worden met het gemengde metaal, met ca. 52% cerium, 4% ijzer en andere begeleidende metalen.