(orde Osteostraci), een uitgestorven familie van de Kaaklozen (Agnatha), een groep vissen met sterk verbeende huid die een vrijwel ononderbroken koppantser vormde. Aan beide zijden van dit pantser bevond zich een naar achter uitstekende spits.
Enkele vertegenwoordigers hadden bovendien een in voorwaartse richting uitstekende hoorn op hun kop.Het lichaam was met dakpansgewijs over elkaar liggende beenplaten bedekt. De ogen lagen dicht bij elkaar midden op de kop; de neusopeningen waren tot één uitwendige opening versmolten, zoals bij de Rondbekken en Prikken. Uit hun van onder afgeplatte lichaamsvorm maakt men op dat de Cephalaspidae waarschijnlijk vlak boven de bodem leefden.
Vertegenwoordigers van deze familie zijn bekend van het Boven-Siluur tot het Boven-Devoon. Uit de begeleidende fossielen blijkt dat het zoetwaterbewoners waren.
