Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Centrifugaalpomp

betekenis & definitie

v./m. (-en), impulspomp waarvan de werking berust op de middelpuntvliedende kracht.

Een centrifugaalpomp (afb.) wordt meestal aangedreven door snellopende machines; de omwentelingssnelheid varieert tussen 5/s en 50/s. Dit heeft het voordeel dat de pomp direct aan de aandrijvende machine gekoppeld kan worden zonder tussenschakeling van tandwielkast, riem- of snaaraandrijving. De te verpompen vloeistof wordt via een leiding en het zuigdeksel naar de waaier gevoerd. De waaier bestaat uit een achterplaat met naaf voor bevestiging op de as, een voorplaat met afdichtrand, en schoepen tussen de achter- en voorplaat. De vloeistof treedt axiaal de waaier binnen en wordt in roterende beweging gebracht in de kanalen die zich tussen de schoepen bevinden. De stroming in de waaier verloopt grotendeels volgens met de schoepen congruente banen.

De vloeistof wordt naar buiten geslingerd; de afstroming uit de waaier geschiedt volgens raaklijnen aan de schoepen. De hierdoor ontstane drukverhoging bestaat uit twee componenten:

1. de drukverhoging die in de waaier ontstaat ten gevolge van de versnelling die door het draaiende schoepenstelsel op de vloeistof wordt overgebracht bij relatief geringe snelheden;
2. de drukverhoging ten gevolge van de grote snelheid, waarmee de vloeistof de waaier verlaat. Daar de relatieve snelheden in de waaier vrij klein zijn, moeten de verliezen in de waaier van geheel andere aard zijn dan die in het pomphuis, waardoor de grote uittreesnelheid de wrijving en de stootverliezen zeer groot kunnen zijn. Bedraagt de aanvangssnelheid, waarmee de vloeistof de waaier binnentreedt, va, de eindsnelheid aan de uittree van de waaier ve, dan is de kinetische energie in ieder vloeistofdeeltje met massa m gedurende het doorstromen van de waaier toegenomen met een waarde ½m (ve2 -va,2); vaak echter wordt, doordat va ten opzichte van ve gering is, volstaan met ½mve2. Zo is bij benadering de opvoerhoogte voor water ve2/2g, waarin g = de versnelling van de vrije val. De kinetische energie wordt in het pomphuis omgezet in potentiële energie, waardoor een drukverhoging ontstaat die aan het begin van de uitlaatperspijp het grootst zal zijn, doordat hier de snelheid het geringst is. Door lekverliezen, nl. het terugstromen van vloeistof door de afdichting tussen waaier en zuigdeksel, dus van persnaar zuigzijde van de waaier, wrijving en stootverliezen, bedraagt het nuttig effect van een centrifugaalpomp maximaal ca. 86% van de aan de as toegevoerde energie. Men onderscheidt lagedruk(0,2-0,3 N/mm2; 20-30 mH2O), middeldruk(ca. 1 N/mm2; 100 mH2O) en hogedrukpompen (10 N/mm2; 1000 mH2O en meer). Bij de laatste worden verscheidene waaiers achter elkaar in serie geschakeld. De opvoerhoogte neemt in elke waaier gelijkelijk toe. Verder bestaan er pompen met tweezijdige instroming, waarbij de waaier bestaat uit twee enkelzuigende waaiers die met de rugzijde tegen elkaar zijn geplaatst. Elke zijde heeft haar eigen zuigleiding, maar het slakkehuis met persleiding is gemeenschappelijk. Centrifugaalpompen worden toegepast voor velerlei doeleinden. Lagedrukpompen voor polderbemalingen, rioolgemalen en fabrieksdoeleinden, middeldrukpompen voor waterleidingbedrijven, aan boord van schepen, fabrieksdoeleinden en brandweer, hogedrukpompen voor ketelvoeding, mijnbedrijf enz. Met elektrische aandrijving zijn de pompen bij uitstek geschikt voor een automatisch bedrijf, waarbij de pomp door middel van een vlotterinrichting de motoren bij twee bepaalde vloeistofniveaus in- of uitschakelt. Voordelen ten opzichte van plunjer- of zuigpompen: goedkoop in aanschaf en onderhoud, compact en licht van gewicht, directe aandrijving door motor, continu vloeistofdebiet, geen windketel nodig, grote opvoer- en zuighoogte, geen klepverliezen. Nadelen: geringer rendement, niet-zelfaanzuigend.

< >