v. (-en), in principe een wrijvingskoppeling die automatisch bij een bepaalde rotatiefrequentie de verbinding tussen aandrijfas en gedreven as in- of uitschakelt.
Een voordeel van de centrifugaalkoppeling is dat overbelasting wordt voorkomen. De aandrijfas is direct op volle snelheid, de gedreven as komt door de slippende werking van de centrifugaalkoppeling geleidelijk op snelheid en voorkomt zodoende de schokkende werking van het aanlopen. Centrifugaalkoppelingen worden daarom ook wel aanloopkoppelingen genoemd. De meeste uitvoeringen van centrifugaalkoppelingen kunnen voor snelheidsbeperking dienst doen en heten dan centrifugaalrem. De constructie is gebaseerd op het beginsel van de middelpuntvliedende kracht, dat wil zeggen dat een massapunt dat op bepaalde afstand van een bepaald punt om dat punt wentelt, afhankelijk van zijn snelheid, een kracht ondergaat die van dat middelpunt af gericht is. Bij centrifugaalkoppelingen zijn er twee of meer van deze massapunten die door middel van een regelbare veerdruk gefixeerd worden en op de aandrijfas gemonteerd zijn.
De massapunten zijn aan de buitenzijde voorzien van een bekleding die een hoge wrijvingscoëfficiënt heeft, en liggen vrij dicht tegen een huis of trommel aan die op de gedreven as is gemonteerd. Bij het inschakelen komt dus de aandrijfas vrijwel direct op toeren en zullen de massapunten tegen de veerbelasting in naar buiten worden gedrukt en slippend contact maken met het huis en zo de aan te drijven as meenemen.