een systeem bij de spoorwegen waarmee vanuit een centraal punt over grote afstanden apparaten worden bediend en gesignaleerd. In de zgn. centrale schakelpost is een bedieningstafel opgesteld waarop meestal de te bedienen apparaten schematisch zijn weergegeven en waarop de bedieningsknoppen en signaleringslampjes zijn aangebracht.
Bij de bedieningstafel zijn één of meer zgn. hoofdposten geplaatst, waarin zend- en ontvangapparatuur, een verwerkingseenheid en een geheugen zijn opgenomen.Soortgelijke apparatuur bevindt zich in onderposten die bij te bedienen apparaten zijn geplaatst. De verbinding tussen een hoofdpost en een aantal onderposten bestaat uit één of twee aderparen van een telefoonkabel. Teneinde een zo groot mogelijk aantal commando’s en signaleringen te kunnen overbrengen gebeurt dat in code.
Voor elk apparaat is een code vastgesteld. Bij het oudere elektromechanische systeem wordt de code opgebouwd uit positieve en negatieve gelijkstroomimpulsen van gelijke lengte. Het modernere systeem is geheel elektronisch waarbij de informatie met gecodeerde audiofrequente signalen wordt overgebracht.
In de systemen zijn waarborgen ingebouwd tegen foutieve schakelingen. Bij de Nederlandse Spoorwegen (NS) en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) worden op de beschreven wijzen alle schakelaars, omvormers en gelijkrichtereenheden, nodig voor de energievoorziening van de elektrische tractie en het seinstelsel, bediend en gesignaleerd. Bij het elektronisch werkende systeem wordt ook verremeting toegepast.
Er zijn bij de NS vijf schakelcentra: te Amsterdam, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht en Zwolle. In elk is continu één bedieningsman aanwezig.Bij de NMBS zijn er acht schakelcentra, verdeelposten genaamd; ze zijn in de groepszetels van de maatschappij opgesteld, nl. te Antwerpen, Bergen, Brussel, Charleroi, Gent, Hasselt, Luik en Namen.
