[Lat. centum, honderd], m. (-ii), gezagsdrager in het vroegmiddeleeuwse Frankische Rijk.
De centenarius stond onder de graaf en oefende het bestuur uit over een honderdschap, onderdeel van de gouw. Hij werd ook vicarius (plaatsvervanger) genoemd en mogelijk droeg hij in deze streken ook de naam scultetus (schout).